Frits Slicht
In de nacht van 19 op 20 december 1940 is om 01.30 uur een granaat van het afweergeschut door het dak geslagen van het platte dak van de woning van de Christiaan de Wetstraat, nummer 39. Er ontstond een gat met een doorsnede van 12 bij 20 cm. Er ontstond een drijfsteenseparatie, zoals dat in vaktermen heet. Het projectie is van richting verandert en beschadigde aldus ook de scheidingsmuur tussen de percelen van nummer 37 en 39. Door de schok is het projectiel vermoedelijk ontploft.
De muren van de zolderkamers, behorende bij de woning van nr. 39 tweehoog vertoonden talrijke scherfgaten. De op de zolder opgeslagen meubels (waaronder een kinderledikant en een wastafel) werden ernstig beschadigd. In normale omstandigheden gebruikte de familie Dekker deze zolderkamers als slaapkamers voor de kinderen. Maar vanwege het luchtgevaar had men deze kamers ontruimd. Daardoor zijn er geen slachtoffers te betreuren.
Ook de zolderkamer van de woning behorende bij nr. 39 driehoog raakte beschadigd. Het moet een buitengewoon toeval zijn dat geen van drie jongens die in deze slaapkamer sliepen, werden getroffen door rondvliegende granaatscherven.
Van deze woning is een ook de keuken beschadigd. In het plafond zit een gat van 75 bij 50 cm. Ook elders in de woning treft men beschadigingen als gevolg van granaatscherven.
In de naastgelegen woning, op nummer 37 driehoog, werd voornamelijk de slaapkamer beschadigd. Deze woning werd bewoond door een familie Kraay. In deze kamer sliep een zieke vrouw van ongeveer 60 jaar. Hoewel de muur boven het bed talrijke gaten vertoonde, werd zij niet gewond. Via de veranda kon zij uit haar benarde positie worden bevrijd.
Ondanks de vele, ook de niet genoemde, beschadigingen mag men zich gelukkig prijzen dat er geen gewonden zijn gevallen. Maar een welgemeend advies is wel op zijn plaats. Omdat blindgangers ook bij het neerkomen nog tot explosie kunnen komen, lijkt het verstandig om zolderkamers zoveel mogelijk te ontruimen.
Bron: SAA 5227-1090
