Ik begon op de muziekschool toen ik een jaar of negen was. Dat was in het begin in een houten huisje in de speeltuin van de Gaaspstraat. Het hoofdgebouw zat in de Manegestraat.
Daar gaf een man les en daar hebben Edo en ik elkaar voor het eerst ontmoet. Vanaf dat moment zijn we altijd bevriend gebleven.
Na twee jaar vooropleiding (A1 en A2) gingen we naar de Manegestraat. Na die A1 en A2 kwam B1, B2 en B3. Het was allemaal muziektheorie, solfège, liederen zingen en andere flauwekul. Dit was de muziekschool van Willem Gehrels. Hij heeft dit systeem bedacht. Na vijf jaar kon je pas een instrument aan, was je er aan toe. Voordien dus alleen dat zingen en andere flauwekul. Ik kan nu nog kwaad worden om die verknoeide jaren als ik er aan terugdenk.
Op een gegeven moment kreeg ik les van Piet Lenz, dat was een goede leraar. Edo kreeg les van een zekere Feltkamp en dat was eveneens een goede leraar. Ik speelde cello en Edo dwarsfluit. Op de muziekschool van Gehrels had je echt wel gekwalificeerde muziekdocenten.
Nog even over die muziekschool, want het is niet helemaal waar als ik zeg dat we geen instrument mochten bespelen. We kregen niet alleen theorie. Het zal wel geen toeval zijn dat ik dat verschrikkelijke instrument eruit heb gelaten in mijn verhaal. We moesten namelijk blokfluit spelen, maar we leerden niet vibreren, dan is het verschrikkelijk afschuwelijk. Als je namelijk vibreert, is het wel mooi.
Nadat we in 1939 zijn verhuisd naar de Sarphatistraat, bleef ik nog veel contact houden met Edo. Edo heeft echter nooit met de muziekgroep van het Joods Lyceum meegespeeld.