De handel heeft eigenlijk al van jongs af aan in het bloed gezeten (als enige in de hele familie). Toen ik een jaar of zes was, kreeg ik al mijn eerste loonzakkie. Het was toen voornamelijk kinderspel, maar toch. Maar dat ik al op jonge leeftijd geld wilde verdienen, dat is wel duidelijk.
Zo had ik toen we in de Boeroestraat woonden een karretje waar ik oud papier mee ophaalde. Dat karretje had zowel voor als achter twee wielen. Het was een Vliegende Hollander. Aan de achterkant van het karretje zat een groentekistje waar een zijkant van af was gehaald. Zo kon je er net in zitten.
Met het karretje ging ik door de Javastraat oud papier ophalen. Mijn vrouw moet mij in die tijd ongetwijfeld gezien hebben, die woonde toen in de Javastraat. Een jaar of tien, twaalf moet ik zijn geweest. Ik was altijd bezig met geld verdienen.
In die tijd had je in de buurt twee bedrijven die dat oud papier en kranten opkochten. Allebei zaten die in de Dapperbuurt. De ene zat in de Wagenaarstraat en de ander, als ik het mij tenminste goed herinner, in de Commelinstraat.
Buiten de winkel stond een grote weegschaal waar ik mijn verzamelde spullen op moest leggen. Ik weet nog goed dat die man ontzettend mopperde als het papier nat was door de regen, want dan was het zijns inziens veel te zwaar. Buiten die bedrijfjes stond altijd een bord buiten met wat op dat moment de prijs was per kilo. De ene keer was het zes cent de kilo, de andere keer zeven of acht. Voor ik mijn oud papier verkocht, ging ik wel bij beiden langs om de prijs te vergelijken. Kreeg ik bij de ene een cent meer, dan ging ik daarnaartoe.