Na de lagere school ging ik naar de Ambachtsschool op het Timorplein. Daar maakte ik in eerste instantie een grote vergissing. Ik koos namelijk voor de richting ‘metaal’. Die keuze kwam voort uit wat ik een oom van mij had zien doen. Ik heb hem namelijk ooit een koperen gasleiding zien leggen bij mijn moede thuis. Ik zat met zulke ogen te kijken hoe die man dat kon en zat te doen. Dat wilde ik dus ook. Toen met andere woorden de Ambachtsschool in zicht kwam, wilde ik metaalbewerker worden.
Mijn vrienden, die over het algemeen allemaal een stuk ouder waren dan ik, zaten opvallend genoeg allemaal op de Mulo of op de HBS.
Mijn keuze voor de metaal heeft maar twee maanden stand gehouden. Ik kon namelijk totaal niet tegen de lucht, een totale vergissing. Ik was toen al vrij rap zelfstandig, ik wilde beslist niet meer naar school. Mijn vader vond het allemaal wel best. Mijn moeder zag dat toch anders, daar moest ik alles mee regelen. Bij haar kwam dan ook de boodschap terecht dat ik niet meer naar school wilde. Ik ging niet meer en mijn moeder wilde wel eens weten hoe dat zat.
Samen met haar ben ik toen naar de school gegaan. Het ging natuurlijk wel om schoolverzuim. We moesten ons melden bij de directeur, waar mijn moeder vertelde dat ik weigerde nog langer naar school te gaan. De directeur wilde dan wel eens weten wat ik dan wel wilde. Ik gaf aan dat ik wel wilde timmeren. Helaas zaten de timmerklassen (het waren er twee) al helemaal vol. Die vent keek het nog eens nauwkeurig na en zei: ‘Er is nog wel een plek bij de meubelmakerij’. Dat was niet zo ’n grote klas, ik kon er nog wel bij. Een gouden greep, zo bleek!