Over drooglegging, doorbraken en landwinning!
Gebaseerd op de catalogus bij een tentoonstelling uit 1943 (zie afbeelding).
Watergraafs- of Diemermeer
In een grijs verleden is de Watergraafsmeer ontstaan door een doorbraak van de Diemerdijk. Verenigd met het Nieuwe Diep vormde het een grote plas. Aan de oostzijde was het meer slechts door de Diemerdijk van de Zuiderzee gescheiden. In westelijke richting liep het meer door tot aan de Amstel bij Schollenbrug (eigenlijk Schulpbrug).
Omdat het meer niet was bedijkt, brokkelden de oevers steeds verder af. Het besluit om dit meer droog te malen, kon dan ook niet lang uitblijven. In 1624 besloot de Vroedschap van Amsterdam tot droogmaking. Vijf jaar later was het zover en waren er ‘735 morgen’ aan het water ontrokken. Een morgen is een oude oppervlaktemaat en staat voor ongeveer 0.8 tot 1 ha. Zie ook: Morgen.
In 1651 veroorzaakte een springvloed op twee plaatsen een dijkdoorbraak en kwamen de nieuw aangewonnen polderlanden onder vijf meter water te staan. Opnieuw volgde drooglegging. Een tweede overstroming dateert uit 1672, maar dat was in verband met de komst van de Franse troepen die de stad Amsterdam bedreigden. Na het tekenen van de vrede werd het meer voor de derde keer drooggemalen.
Nadat in 1702 de Diemerdijk was doorgebroken, heeft de Watergraafsmeerdijk stand gehouden. Vanaf dat jaar werd er lustig op los gebouwd. Het ene na het andere ‘buiten’ verrees. Had je aan de ene kant vele gegoede kooplieden uit Amsterdam die een buitenverblijf lieten bouwen langs de Vecht, aan de andere kant waren er ook die dat te ver vonden. Zij besloten tot het bouwen van een zomerverblijf in ‘De Meer’. In totaal moeten er meer dan 40 van deze ‘lusthoven’ hebben gestaan.
Veel is er niet meer van over, alleen Frankendael heeft stand kunnen houden. Namen van verdwenen buitenplaatsen: Buitenrust, Vrijheit Blijheit, het Maliehuis en Oud-Roosenburgh (of Rozenburg).
2112 keer bekeken