REAKTIE OP DE BRIEF VAN DE PROJEKTGROEP OOSTERPARKBUURT d.d. 5.7.1985 BETREFFENDE DE BESTEMMING VAN 11 PANDEN IN DE OMGEVING VAN HET KASTANJEPLEIN (Opsteller: J. Hock).
De nu gesuggereerde verhouding van 70% voor en 30% tegen hoog nivoverbetering geeft de werkelijkheid niet weer.
Tellen we alle VOLWASSENEN in ALLE 61 woningen (plus de 3 bedrijfsleiders) en laten we degenen die dit plekje stad voor gezien houden niet vertellen hoe de rest verder moet leven, dan slinkt de 70% fors en stijgt de 30% naar verhouding. Het is nu op 41 + 3 reakties: 31 tegen 13. Bij 61 + 3 reakties van in totaal meer dan 64
volwassen bewoners/bedrijfsleiders wordt de verhouding heel anders. Er is dan zeker geen sprake meer van een ruime meerderheid, de kans bestaat zelfs dat verhouding 50% / 50% wordt.
Als we dus, zoals dat in een demokratie behoort, alle betrokkenen laten meebeslissen en hen die niet meer betrokken willen zijn rustig laten vertrekken, maar niet verder laten meebeslissen, dan komen we tot andere konklusies dan er tot nu toe zijn getrokken.
Mijn voorstel is: we moeten inzage hebben in alle cijfermateriaal (dus ook: het aantal meer-personen-huishoudens en het aantal personen dat niet terug wenst te keren). En de mening krijgen van alle personen in de 20 huishoudens die zich nog niet uitgesproken hebben. Daarnaast moet vastgesteld worden wie invloed mogen
uitoefenen op de woonsituatie in het toekomstige kompleks.
Indien blijkt dat op demokratische wijze een beslissing tot hoog nivoverbetering tot stand komt, zal ieder, naar ik aanneem, daar loyaal aan meewerken. Maar als ingrijpende beslissingen genomen worden op basis van een op zijn minst merkwaardige procedure, kan men van hen die op grond van die procedure tot een ‘minderheid’ gemaakt zijn, niet veel hartelijke medewerking verwachten.
Ik wens ieder een zinvolle meningsuitwisseling toe op onze vergadering van maandag 8 juli aanstaande.
Hoogachtend,
Pieter Bol, arts-epidemioloog, 3e Oosterparkstraat 256 huis
Amsterdam, zondag 7 juli 1985