Het dierenasiel is op 22 februari 1901 gesticht. Aanvankelijk gevestigd aan de Spaarndammerdijk, vanaf 1927 aan de Polderweg. Het stelt zich ten doel noodlijdende of zwervende dieren op te nemen en te verplegen. Gezonde dieren, die niet door de eigenaars zijn afgehaald, worden tegen een kleine vergoeding aan dierenvrienden afgestaan. Belangrijk om te weten is, dat niet iedereen zomaar een dier meekrijgt. Er moet getekend worden dat het dier een goede verzorging zal krijgen. Het mag zeker niet gebruikt worden voor als werk- of trekdier. De vereniging zal ook nooit dieren afstaan die gebruikt zouden kunnen worden als proefdier. De vereniging waakt er ook voor dat het begrip Asiel en positiever oordeel verdient. Want eens werd een asiel gelijk gesteld aan een hondenslager of aan het gebouw waar men zijn tijd doorbrengt met het zinloos afmaken van weerloze katten en honden.
De heer Van Althuis deelde ons mede, dat het asiel geen kop of poot en zelfs niet het haar van een gestorven of afgemaakt dier voor proefnemingen afstaat. Ook dit punt is nauwkeurig in de verklaring vastgelegd. Houdt men zich niet aan deze bepalingen, dan kan de betreffende persoon strafrechtelijk vervolgd worden. Dagelijks gebeurt het dat men aan het asiel honden en katten afgeeft, die men, om welke redenen dan ook niet langer kan of wil verzorgen. De meest voorkomende reden is wel dat men het huisdier niet langer kan voeden. Vooral de laatste tijd (het artikel is van oktober 1941) is hiervan sprake.
Worden veel dieren keurig afgeleverd, veel dieren worden zonder enige vorm van kennisgeving buiten aan het hek gebonden of losgelaten in de nabijheid van het asiel. Bij die mensen die dit doen, leeft blijkbaar de gedachte dat men het dier wel zal vinden. De dieren worden opgenomen en verpleegd, totdat er misschien een belangstellende komt, die het mee wil nemen. Maar wat als ze niet worden opgehaald?