Onderstaand verhaal (bestaande uit twee delen) is gebaseerd op een kort artikel uit het Algemeen Handelsblad van 9 juli 1927. Dit is het eerste deel!
Zie ook: Deel 2
Het nieuwe Asiel, deel 1
Opening
Op 11 juli 1927 wordt het nieuwe dierenasiel (asyl zoals men toen zei) geopend. Het Algemeen Handelsblad wijdt een inleidend artikel aan het nieuwe complex. Het gebouw is dan al enige tijd zichtbaar voor de langsrijdende treinreiziger. Op een groot bord dat aan het dak is bevestigd, staat met grote letters: Dierenasyl.
'Het gebouwtje is de voormalige sulfaatfabriek van de gasfabriek. Het is, onder leiding van den architect Jan de Meyer veranderd in de polikliniek en de administratieve afdeling van de Vereniging “Asyl-Bewaarplaats voor noodlijdende dieren".
De heer J. C. Sommer is ‘de actieve leider’. Voordien zat het asiel overigens aan de Spaarndammerdijk. Het terrein daar is onteigend ten behoeve van de ontworpen Haven-West.
Naar de Polderweg
De nieuwe locatie wordt gevonden op het terrein van de voormalige Oostergasfabriek. Aan het begin van de maand juli is begonnen met het overbrengen van de dieren. De verhuizing betekent voor het „Asyl" een belangrijke verbetering: “Op het oude terrein was het de laatste jaren wel wat behelpen, er was zelfs geen licht, zodat men zich, als 's avonds dieren werden aangebracht, met een zaklantaarn moest behelpen”. Nu is alles volgens de moderne eisen van de jaren twintig ingericht
De ‘paviljoens’
Er zijn twee flinke kattenpaviljoens gebouwd, met behoorlijk licht en zon, tochtvrij. In elk paviljoen is plaats voor 48 katten. Elke kat heeft een ruim hokje met zitbankje bij het raam. Per paviljoen zijn er 14 buitenhokken.
Naast deze paviljoens staan twee ruime hondenkennels, elk met 24 hokken. Er is gezorgd voor een ruime ‘speelplaats’ voor de honden, waarbij er rekening mee wordt gehouden dat heren en dames streng gescheiden blijven. Ook wordt een scheiding gemaakt tussen “zwervers" en “pensiondieren”.
1737 keer bekeken