Als ik In 1982 aan bio-energetica doe bij Pakhuis Amerika krijg ik van de begeleider op mijn donder: ik moet harder werken. We spreken af dat ik ‘s ochtends vóór mijn werk een rondje door het Oosterpark ren óf een duik neem in het Wethouder F.B. Duranbad te Diemen.
De wekker loopt nu elke ochtend om zeven uur af. In het roze trainingspak dat ik voor de gelegenheid kocht, ren ik zonder me te wassen de deur uit en zó het Oosterpark in. Hardlopen is dan nog niet zo populair als in 2012 en ik passeer voornamelijk mensen met honden. Een enkele meent me te herkennen en komt enthousiast blaffend op me af.
Het is best zwaar. Mijn longen lijken dicht te klappen. Om weer op adem te komen, wandel ik met een omweg terug naar huis. Ik was me bij de kraan in de keuken want mijn gekraakte krotwoning heeft geen douche. Wakker en herboren mag ik eindelijk ontbijten en dát smaakt. Pas dan fiets ik naar mijn werk in het Henriëtte Roland Holst huis,waar ik op de administratie onder meer het typewerk verzorg.
Zwemmen is meer een feestje. In het water voel ik me beter thuis dan erbuiten. Het bad ligt halverwege op de route naar mijn werkplek waar ik na afloop mijn brood opeet in het personeelsrestaurant. Daar is collega T. bezig om alles klaar te zetten voor de lunch. Zij is altijd in voor een praatje. Als onze vriendschap zich verdiept, gaan we ook nog een tijdje samen rennen. Maar mijn grens is snel bereikt als ik behalve ademgebrek ook elke keer kotsmisselijk word. Spijtig hang ik mijn trainingspak aan de wilgen.
Maudy van Pelt,