Zomer en winter gooi ik mijn broodkapjes in de Amstel voor de watervogels. Ze kennen me al. Een meerkoetenpaartje rond de ark zijn de vaste bewoners. Als het tijd is om te nestelen brengen ze allerhande materiaal naar hun nest. Dit jaar probeerden ze een nest te bouwen in de pol gele lissen aan de kade. Zeven eieren gelegd. Vrouwtje en mannetje meerkoet wisselen elkaar af tijdens het broeden, net zoals ze de opvoeding van de kuikentjes ook samen doen.
Op een nacht hoorde ik een enorm kabaal en geschreeuw. Was het een rat, een snoek, een kauw, een mens of een reiger die de eieren wegroofde? De week na de ramp bouwden ze tot tweemaal toe een nest in de autoband die de buurman aan een meerpaal had gehangen. Weer eieren gelegd, weer aan het broeden, weer een massa takjes en plasticjes aangevoerd. Net zolang tot de autoband van de meerpaal week en het hele nest langzaam in het water wegzonk.
"Ik heb een hekel aan meerkoeten en eenden", zegt de buurvrouw. "Ze poepen het hele vlot onder en houden me uit de slaap met hun gekwaak". "Er zijn te weinig mogelijkheden om te nestelen", antwoord ik dan. Alle kades aan de Amstel zijn kaalgeslagen door de gemeente. Het meerkoetenpaartje ging dit jaar weer terug naar de gele lissen en bouwden een prachtig nest met dit keer vier eieren. De kleintjes konden ieder moment geboren worden.
Ik heb voor mijn verjaardag een nieuw vogelvlot gekregen. Ben benieuwd wie daar het komende voorjaar hun nest op gaan bouwen. In het verleden hebben eenden, futen en altijd weer mijn geliefde meerkoeten hier hun jonkies grootgebracht. Dit jaar gaat het waarschijnlijk niet meer lukken. Ook vannacht sloeg het noodlot toe en werden de meerkoeten van hun eieren beroofd. Ze roepen hun klacht luidkeels uit. Het galmt hartverscheurend over het stille water.