Het eerste oorlogsjaar
In het eerste oorlogsjaar hebben Daniël en zijn vrouw Martha de school gewoon voortgezet. Daarbij viel wel op dat men het niet gepast vond, gezien de tijdsomstandigheden, om het 25-jarig jubileum van de school door te laten gaan. Een grote feestuitvoering die in het Concertgebouw was gepland, werd daarom ook afgezegd. Opvallend is wel dat men tegelijkertijd doorging met het werven van nieuwe cursisten (en nog wel in hetzelfde nummer van dezelfde krant, Het Nieuw Israëlitisch Weekblad (NIW) van 13 september 1940).
Ook een jaar later, in augustus 1941, bleef men via een advertentie cursisten werven. De advertentie verscheen toen in Het Joodsche Weekblad. Het NIW was inmiddels door de Duitsers verboden. De beide advertenties zijn bij dit verhaal afgebeeld. Zie voor uitleg hierover: Het Joodsche Weekblad
In het verzet
In deze zelfde periode moeten Daniël en Martha ook een andere beslissing hebben genomen. Zij besloten zich niet zondermeer neer te leggen bij de bezetting, zij gingen in het verzet. In 1942 waren zij door de Duitsers gedwongen te verhuizen vanuit Blaricum naar Amsterdam. Zij gaan inwonen bij de moeder van Martha in de Camperstraat nummer 64 een hoog. Kort daarna is Daniël ondergedoken. Martha ging in de illegaliteit en zou ondergedoken zijn in Rotterdam.
Daniël blijft in Amsterdam waar hij op 19 augustus 1943 wordt opgepakt. Een dag later wordt hij, zo blijkt uit de meldingsrapporten Politie, overgebracht ‘van de Zentralstelle naar de Joodsche Schouwburg’ (= de Hollandsche Schouwburg).
Aanvulling F.Slicht
De Zentralstelle was de Zentralstelle für jüdische Auswanderung (letterlijke vertaling 'Centraal bureau voor Joodse emigratie') was gevestigd op het Adama van Scheltemaplein 1. Het lag op korte afstand van de Euterpestraat waar de Sicherheitsdienst, de SD, was gevestigd.