De Oosterbegraafplaats

Auteur: Frits Slicht Frits Slicht
Oosterparkbuurt

Wij hebben hier, tegen het vallen van de avond, als de werklieden naar huis waren, menig doodshoofd vandaan gehaald.

Ontvangstgebouw van de Oosterbegraafplaats. Het Wacht- en Ontvanglokaal van de voormalige Oosterbegraafplaats aan het Muiderbos, Mauritskade 64-66. De begraafplaats werd in gebruik genomen op 1 januari 1866 en voor het publiek gesloten na de ingebruikname van de Nieuwe Oosterbegraafplaats op 1 mei 1894. Oorspronkelijke kabinetfoto door A.T. Rooswinkel. Foto 416 uit het album van W.J.R. Dreesmann. Bron: Beeldbank, Stadsarchief Amsterdam.

Ontvangstgebouw van de Oosterbegraafplaats. Het Wacht- en Ontvanglokaal van de voormalige Oosterbegraafplaats aan het Muiderbos, Mauritskade 64-66. De begraafplaats werd in gebruik genomen op 1 januari 1866 en voor het publiek gesloten na de ingebruikname van de Nieuwe Oosterbegraafplaats op 1 mei 1894. Oorspronkelijke kabinetfoto door A.T. Rooswinkel. Foto 416 uit het album van W.J.R. Dreesmann. Bron: Beeldbank, Stadsarchief Amsterdam.

Alle rechten voorbehouden

Ik herinner mij nog een verboden en luguber spelletje, dat wij bedreven op de oude Oosterbegraafplaats. Dit terrein, thans grotendeels ingenomen door het Indisch instituut, het ontleedkundig laboratorium en de 5-jarige H.B.S., lag naast het Oosterpark en strekte zich uit van de Linnaeusstraat tot de zogenaamde Dubbeltjesbuurt, een klein, doodlopend straatje met lage huisjes aan de Mauritskade. De ingang van de begraafplaats bevond zich tegenover de Muiderpoort, ter plaatse was een brede stoep, waarlangs men thans de aula van het Indisch instituut bereikt. Voordat men met de bouw van de H.B.S., het eerste gebouw dat hier verrees, kon worden begonnen, moesten de oude graven worden opgeruimd. Er stond een hoge schutting om het terrein heen, maar deze vormde voor ons geen beletsel om kennis te nemen van hetgeen daarachter gebeurde. Wij hebben hier, tegen het vallen van de avond, als de werklieden naar huis waren, menig doodshoofd vandaan gehaald. Het was een griezelige onderneming, waarbij ons hart in de keel klopte, maar wij konden het niet laten. Met die doodskoppen joegen wij de meisjes schrik aan, wij namen ze mee naar school en zetten ze bij de aardappelhandelaar in de bakken. Eens vond de meester zo’n doodskop in het kastje van mijn bank. Ik kreeg toen duizend strafregels te schrijven: ‘Wie geen respect heeft voor de dood, is een barbaar’. Het was een les, welke ik nimmer heb vergeten.

Alle rechten voorbehouden

1886 keer bekeken

Bekijk meer afbeeldingen

Plattegrond uit 1929. Deze plattegrond van de Dienst Openbare Werken uit 1929 laat goed zien hoe de begraafplaats lag t.o.v. het KIT. Bron: Stadsarchief Amsterdam.

Plattegrond uit 1929. Deze plattegrond van de Dienst Openbare Werken uit 1929 laat goed zien hoe de begraafplaats lag t.o.v. het KIT. Bron: Stadsarchief Amsterdam.

Alle rechten voorbehouden

2 reacties

Voeg je reactie toe
Ron Hoffman

Kortste weg

Schooljaar 1950 was ik, uit Indië, nieuw in Amsterdam en begon in de eerste klas van de Derde Vijfjarige aan de Mauritskade 58. Ik woonde in de Watergraafsmeer en fietste dan met klasgenoten v.v. naar school. Op een dag zei een van de jongens, dat hij een kortere weg naar huis wist. Zo gezegd, zo gedaan, fietste ik achter hem aan. Tot mijn schrik en verbazing reden we plotseling op een kerkhof. Mijn schrik werd nog groter toen een stel mannen met tuinharken schreeuwend achter ons aan renden. Ik wist niet hoe hard ik moest fietsen om bij de Muiderkerk in de Linaeusstraat veiligheid te zijn. Mijn klasgenoten schaterden het uit vanwege mijn angstige smoel. Zij hadden dit waarschijnlijk wel vaker gedaan. Voor mij was dat de eerste en de laatste keer. Ik was nog warm van de tropen, waar eerbied voor de doden mij met de rijstepaplepel was ingegoten.

Rieb Buter

Vogeltjes kijken in de oosterbegraafplaats

In de tijd dat ik nog biologieles gaf op de Derde Drie [De derde gemeentelijke HBS met driejarige cursus......], was er ook belangstelling voor vogeltjes kijken. Voor zover ik me kan herinneren [ik ben nu 89], slopen we of klommen we naar binnen, heel vroeg in de ochtend en dan wachten mmaart tot we wat zagen of hoorden. Meestal met maar een of met twee leerlingen die de moeed hadden zo vroeg uit hun bed te komen.