Mijn ouders moesten begin 1943 evacueren uit Diemen waar mijn vader al een kruidenierszaak had. Die huizen in de Jan Bertstraat moesten worden afgebroken i.v.m het schootsveld naar de Middenweg.
Ik herinner mij nog de dag dat ik, als 4-jarig jochie, aan de arm van mijn oma voor het eerst de leegstaande winkel in de President Brandstraat binnenkwam. Vooral viel mij toen op dat het plafond erg beschadigd was door kogelgaten. Dat de vorige eigenaar in 1942 was gedeporteerd, daar had ik toen natuurlijk geen benul van. Ik weet trouwens maar weinig van de oorlog. Alleen dat de meeste huizen in de President Brandstraat en de Reitzstraat leegstonden omdat de joden die daar voorheen woonden allemaal naar concentratiekampen moesten. Mijn vrienden en vriendinnen speelden in veel van die leegstaande huizen waar je zo kon binnenlopen omdat sloten ontbraken.
In mijn belevingswereld als klein jongetje was het een heel grote
Sparwinkel. Ik weet nog wel dat mijn vader, moeder, 2 oudere zusters en
meisje (Loes) dat bij ons werkte, 's zaterdags de handen vol hadden om alle klanten te kunnen bedienen. Supermarkten bestonden toen nog niet dus het helpen van elke klant kostte veel tijd. De winkel stond vaak helemaal vol met wachtende klanten. Toen ik er vele jaren later nog eens ging kijken viel de grootte van de winkel mij wel tegen. Ik was namelijk tussen mijn 15e en 20e jaar van 1.69 m doorgegroeid tot 1.92 m en dan lijkt alles wat kleiner.
Ook kwamen de grootschalige supermarkten in opkomst dus die ging je met onze winkel vergelijken.
Ik heb er, tot de verkoop in 1955 vanwege de slechte gezondheid van mijn
vader, wel een heerlijke jeugd gehad met fantastisch leuke vrienden en
vriendinnen. Die tijd zou ik voor geen goud hebben willen missen.