GEBREKSKAAS eten op I-hoog
“Kasie, kásie ! Ja, jaa, ’t is weer goedkóóp vandaag” . “Hulde hulde huldûh, alles voor een guldûh..” Wie bekend is met de Dapperbuurt, zou zomaar eens kunnen weten waar ik - van 1985 tot 2005 - gewoond heb; de markt in Oost. Op 1 hoog, boven het dagelijkse gewoel. De herhaalde verkoopleus: lokroep voor de kopers van een lekker stuk kaas.
Toen ik voor het eerst op de markt kwam was het nog maar 1976/1977. Mijn vriendje woonde in een zijstraat van de markt en later kon ik van hem de woning overnemen. Het was in de tijd van sloop en stadsherstel en de woning zou omstreeks november 1981 gesloopt worden .Ik had dus een mooie 2 jaar voor de boeg voordat ik weer verder op zoek hoefde te gaan naar kraak, gedoog of anderszins toegemeten woonruimte . Het was ook de tijd van de “gebrekskaas”. Te koop in een losse kraam op wielen met uitklap luifel.Het was kaas met een deukje, een kier, misschien zelfs gaten van plekjes uitgesneden schimmels. Maar tegen heel voordelige prijzen te koop.
Huizen en kaas leken dus eigenlijk wel wat op elkaar en ze waren voor ons (toen nog jonge mensen zonder inkomsten of woonrechten), mèt alle gebreken, twee belangrijke pijlers onder ons bestaan. Boer Geert - de kaasverkoper - was toen nog maar een startende ondernemer. En vanaf 1985 is hij mijn benedenbuur geweest in een dubbelbreed winkelpand met alle soorten kazen en grillworsten en olijven met of zonder knoflook en een heleboel andere bourgondisch lekkere dingen. Of eigenlijk was Boer Geert 2 boeren : twee broers uit Brabant dacht ik.