Je had bij ons in de buurt heel veel winkels. Zo had je onder andere de drogisterij van Gilles Koster. Er waren ook diverse slagers die ik al eens genoemd heb. Je had ook meerdere bakkers. Ik weet nog dat er op het Krugerplein, hoek Louis Bothastraat een kaaswinkel zat, Het Kaashuis. Ergens daar in de buurt zat ook een café.
Kruidenier Boutelje
Goede herinneringen heb ik aan de kruidenierswinkel van Boutelje. Die winkel zat in de Joubertstraat op nummer acht. Net als alle andere winkels was Boutelje om acht uur ’s avonds dicht. Na achten mochten ze niets meer verkopen. Deden ze dat wel dan liepen ze het risico van een bekeuring. Desondanks werd ik wel eens door mijn moeder naar Boutelje gestuurd om een ons suiker te halen, ook al was het dan al acht uur geweest.
Mijnheer en mevrouw Boutelje (eigenlijk juffrouw want mevrouw zeiden we nooit), zaten meestal voor het raam. Ik liep dan naar ze toe en vroeg of ik een ons suiker kon krijgen. Juffrouw Boutelje zei dan: ‘Jacob, als jij even kijkt of er een agent aankomt, kan ik effe een ons suiker halen voor dat kind.’ Het echtpaar had twee kinderen: David Jacob en Dina. Beiden zijn nog in 1942 getrouwd.
Een Tjoklat reep
Om de hoek, in de Ben Viljoenstraat, zaten ook de nodige winkels. Aan het eind van de straat, tegen de Tugelaweg aan, zat ook nog een kruidenier. Ik heb daar nog eens twee Tjoklat repen gepikt. De doos met chocoladerepen stond voor de toonbank. De bedienden moesten altijd van achteren komen. Toen die man tevoorschijn kwam, had ik die repen al in mijn zak. Ik zeg het heel eerlijk, uit armoede doe je van alles. Eigenlijk had ik natuurlijk geen snoeperij moeten pikken als je arm bent en niets te eten. Maar hij heeft gelukkig niets gemerkt.
Voor alle verhalen: Katharina Blog-Suesan inhoudsopgave