Drie ons haklapjes
Het was bij ons thuis voor de oorlog pure armoede. Mijn vader liep met de voddenkar en dat was geen vetpot in de jaren dertig. Er was niet veel te verdienen. Als hij op weg naar huis was, zaten wij al voor het raam op de uitkijk. Wij, dat waren mijn moeder en haar drie kinderen, konden pas boodschappen gaan doen als mijn vader thuiskwam met het verdiende geld. Mijn jongste zusje was toen nog niet geboren.
Toen pappa thuiskwam, moest ik (omdat ik de oudste was), drie ons ‘haklapjes’ halen. Dat wat ze nu voor de hond hebben. Ik ging die haklapjes halen bij slagerij Van der Woude op de hoek van de Tugelaweg en de Reitzstraat. Als ik het mij goed kan herinneren, kostten die drie ons haklapjes twaalf cent. Die ging mijn moeder dan bakken. We aten dat met aardappelen, die waren altijd erg goedkoop.
Naar Levison voor oud brood
Op zaterdagavond zei mijn moeder wel eens tegen mij: Ga jij even naar Levisson en haal voor een dubbeltje of twee dubbeltjes brood. Levisson zat op de hoek van het Afrikanerplein en de Joubertstraat. Ik kreeg van mijn moeder een sloop mee. Die broden waren op vrijdag al gebakken, voor de sjabbat. Ik ging na het einde van de sjabbat (op zaterdag) naar de winkel. In de bakkerij begonnen ze dan net met het bakken van nieuw brood. Ik kreeg het oude brood van vrijdag mee. Ik kwam dan terug met vier of vijf oude broden, in de sloop!
Voor alle verhalen: Katharina Blog-Suesan inhoudsopgave