Ik ben geboren in 1949 in de Vrolikstraat 104, een paar huizen naast de avondwinkel van Soep. Achter de winkel mochten wij daar op woensdagmiddag altijd tv kijken.
Naast de fietsenwinkel van Harrie die later op de Beukenweg zat herinner ik mij ook de sigarenwinkel van Emons met aan de overkant de sigarenmakerij. En tegenover ons had je de behangzaak van Landzaad.
Ik zat op de Christiaan de Wetschool met meester Woelders als hoofdonderwijzer. Wij speelden ’s avonds op straat altijd met 2 teams slagbal met rondjes. De putten waren de honken. Onze ouders hingen uit het raam te kijken en te juichen. Of wij waren aan het rolschaatsen op het asfalt in de straat. Auto’s waren er haast niet. Ook deden we aan touwtje springen in een grote boog.
Af en toe kwam de kar met bolletjebol Berlinerbol of de mosselman met zijn Zeeuwse mosselen door de straat. Een leuke tijd. Als ik mijn kleinkinderen de hele dag achter de pc spelletjes zie doen denk ik: Vroeger hadden wij met niks veel meer pret.
Ik weet ook dat als mijn moeder kleden wou kloppen op straat ik op de uitkijk moest staan of er geen smeris aan kwam want kleden kloppen mocht maar op één dag in de week. Als je het op een andere dag deed kreeg je een bekeuring. De nozems op de hoek van de straat bij Dino en de platenwinkel werden soms weggestuurd door de politie. Sensatie.
Op oudejaarsavond maakten wij grote vuren van de kerstbomen, zo heet dat de ruiten bol stonden van de hitte. De brandweer moest er dan bijkomen.
Ik vond het een heerlijke tijd. Alleen jammer dat ik nooit meer oude vriendinnen uit die tijd hoor of zie. Slechts één heb ik er gevonden, maar die woont al jaren in Spanje. Ik vind het ontzettend leuk om al die herinneringen op te halen.