Wanneer ik terug kon stappen in het verleden en ze zouden me geblinddoekt naar deze plek brengen, dan nog zou ik zonder aarzelen raden waar ik was: de lederwarenwinkel van mijn oom. Eigenlijk was hij zadelmaker, een functie uit zijn legertijd.
Ik ruik de geuren van de diverse leersoorten: varkensleer ruikt penetrant, een beetje pissig zelfs, runderleer heeft een neutrale geur en kalfsleer ruikt uitgesproken fijn. Aan een zadel, dat ter reparatie in een hoek ligt, hangt nog de warme paardenlucht. Dat, samen met de verschillende lijmsoorten, zorgt voor een aroma dat mij terugvoert naar mijn kindertijd. Ik strijk over de uitgestalde voorraad: de stugge juchtleren diplomatentas; het fijne reliëf van de pilotenkoffer, ooms specialiteit; het kalfsleren damestasje, zacht als fluweel; de riemen aan het rek; het vetleren zadel en de metalen ringen met hak en teenbanden waarmee hij 's winters met voorzichtige pasjes over de ijsbaan schuifelt.
Ik hoor de grote naaimachine in zijn werkplaats ratelen, oom is bezig aan het geschenk dat ieder twaalfjarig nichtje of neefje van hem krijgt, een degelijke schooltas, ik sta er zelfs mee in een folder van De Bonneterie, waar ik als schoolmeisje wat bijverdiende als fotomodel.
Maar ik wil geen schooltas, ik wil zo'n leuke boodschappenmand met een BB- ruiten stofje erover, dat hebben bijna alle meisjes. Toch bedank ik hem hartelijk, hij is mijn liefste oom en de tas, daar heeft mijn vader nog tot zijn tweeënnegentigste zijn boodschapjes in gedaan. *)
*) lees onder dit verhaal vooral ook de reacties!