Nadat mijn vader uit het kamp Diever kwam, kon hij weer aan de slag bij de krant. Om minder gevaar te lopen bleef hij in de binnendienst. Toch is hij op een gegeven moment opgepakt en naar de Hollandsche Schouwburg gebracht. Ik ben toen naar de Hollandsche Schouwburg gegaan om hem eruit te halen. Ik kwam wel binnen, naar buiten lukte niet direct. Ik ben toen een nacht daar blijven slapen. Ik werd aanvankelijk niet opgemerkt, maar de dag erna kreeg ik van de een of ander een schop onder mijn kont en kreeg te horen dat ik moest wegwezen.
Mijn vader bleef in de Hollandsche Schouwburg. Na enige dagen kreeg hij de keuze voorgelegd: op transport of verplicht steriliseren. Hij koos voor het laatste, hij wilde bij zijn gezin blijven. Voor die operatie, die toen trouwens een stuk ingrijpender was dan tegenwoordig, werd hij naar het Portugees-Israƫlitisch Ziekenhuis (PIZ) gebracht. Het PIZ zat in de Majoor Franschelaan (na de oorlog de Henri Polaklaan), zie ook: PIZ met foto
In dat ziekenhuis is het niet helemaal goed gegaan. Na de operatie kreeg hij inwendige bloedingen, hij had een verschrikkelijke bloeduitstorting. Het allerergste was dat toen hij daar lag het hele ziekenhuis werd leeggehaald. Alle artsen, verpleegkundigen, maar ook alle zieke en pas geopereerde patiƫnten werden op transport gesteld. Alleen de paar mensen met een sper bleven achter. Mijn vader had inmiddels al een sper, de rode open J in zijn persoonsbewijs.
Het bezoek heeft toen, zo goed en zo kwaad als het ging, de nog aanwezige mensen verzorgd. Dat was in juni 1943.
Hij heeft er nog lang last van gehad, van die operatie. Spreken over dergelijk zaken deed je vroeger niet. De operatie betekende verder dat mijn vader niet veel kanten meer op kon. Hij zat zonder werk thuis.