Als je een jong kindje hebt in Oost en geen tuin, dan is Pasen een probleem. Want je wil haar graag het genoegen schenken van paaseieren zoeken en vinden. Maar hoe dan? Natuurlijk zijn er het Oosterpark en het Flevopark, maar daar is weinig privé mogelijk. We hebben al vaak gezworven, ook al met kindje, over de joodse begraafplaats tussen de Indische Buurt en het Flevopark. Meestal is het er uitgestorven.
Dus kiezen we die locatie. Het is een oude plek. Al in de 18e eeuw werden hier arme joodse Amsterdammers begraven. De bouw van de Amsterdamse brug in de jaren 50 van de vorige eeuw dwong tot verplaatsing van een deel van de stoffelijke resten naar de joodse begraafplaats in Diemen. Iets wat volstrekt botst met de joodse heiliging van laatste rustplaatsen. Maar het is zorgvuldig gebeurd met rabbinale toestemming. Dan schijnt het te mogen.
Het zij zo. Terwijl ik Maaike afleid gaat Martien de beschilderde eieren verstoppen achter de grafstenen en in het gras. Daarna wordt Maaike losgelaten en ze kraait van plezier wanneer ze weer een ei gevonden heeft. Wij genieten van haar vreugde. Maar we beseffen ook dat Pasen het feest is van het steeds weer hernieuwde leven, iets wat hier een bijzondere context krijgt.
Want hoeveel kinderen, kleinkinderen en achterkleinkinderen zijn NIET geboren vanwege het misdadige regiem dat hier huishield tussen 1940 en 1945? Het (paas)ei is het symbool van het opnieuw opbloeiende leven, na een winter. Inmiddels is ons eierzoekende kind (sinds juni 2011) ook weer moeder van een meisje, dat onder andere een joodse naam draagt.
Amsterdam is een geweldige stad, uniek was de Februaristaking in 1941, en met name de Afrikanerbuurt zal de herinneringen aan joods Amsterdam nooit loslaten. Het is bemoedigend hoeveel goede interacties er thans lopen tussen oorspronkelijke bewoners en nieuwkomers. Amsterdam (Oost) is niet voor een kleintje vervaard