Het leven van een kind in mijn jeugd speelde zich af op straat. We hadden de keuze uit de vuilnisschuit op de Mauritskade, het Koloniaal Instituut met z’n geheimzinnige kantoren, het Joodsemanussie, Artis (waar we menigmaal over het hek klommen), de Muiderpoort en de gracht waar we zelfs in hebben gezwommen. En we hadden het Oosterpark met z’n reigers en de Dappermarkt met al z’n kramen. Als kind hadden we altijd honger en dorst en we hebben menig appeltje gejat of de flessen voor de deur bij de melkboer ingeleverd. Daar konden we weer een kadetje van halen bij de bakker op de hoek waar het altijd zo lekker rook. En dan was er de snoepwinkel met zoethout, ulevellen en zwart op wit. Bij de bioscopen Desmet, Nationaal en de van Swinden kon je als kind op woensdagmiddag voor een kwartje naar Roy Rogers of de dikke en de dunne kijken. Het leven op straat was een avontuur; we liften mee met de paardenkarren van Van Gent & Loos en van de brouwerij, De Amstel Brouwerij was toen nog gevestigd op de Mauritskade. We moesten dan wel oppassen voor die lange zweep van de voerman! Of we gingen overstapbonnetjes zoeken op de straat bij de tramhalte en meerijden met lijn 11 (enkele wagen) of lijnen 9 en 10. Het was de tijd van het Vijfcentenbad, zwemmen in de Merwede (het Amsterdam Rijnkanaal), voetballen op het Voorland, kokosafval zoeken in de havens of bamboe voor de pijl en boog. De festiviteiten waar we als kind naar uitkeken waren hartjesdag met de wielerronde, luilak en muziek op het Dapperplein met Max van Praag en daarna matten met de politie. De zomers waren lang en warm, de winters koud met ijs en sneeuw. Tenminste zo denk ik aan die tijd.
Avontuurlijke jeugd in de Dapperbuurt
We moesten dan wel oppassen voor die lange zweep van de voerman!
7833 keer bekeken