A. de Groot
Frits Slicht
Op het Joubertplein zat voor de oorlog de speeltuin. Ik was lid van de speeltuinvereniging. Van andere verenigingen was ik geen lid. Ik was niet echt een verenigingsmens. Maar op een gegeven moment mocht je daar, in de speeltuin, tijdens de oorlog als niet-jood niet meer komen. Dat kwam omdat er een markt kwam, een Joodse markt.
Ik ging er ondanks het verbod toch wel naar binnen. Ik ging gewoon met mijn Joodse vriendinnen mee naar binnen. Ik ben bijvoorbeeld regelmatig met Betty (woonde bij mij aan de overkant, naar de Joodse markt geweest. Als we zuur moesten halen bijvoorbeeld gingen we gewoon naar binnen. Van dat verbod voor niet-joden trok ik mij niets aan.
Zo ben ik ondanks de controle aan het hek gewoon naar binnen gegaan. Ik persoonlijk ben nooit tegen gehouden.
Op de markt stond van alles en nog wat, maar vooral veel etenswaren werden er aangeboden. Ik kwam er eigenlijk alleen voor de zuurwaren. Nu weet ik niet meer of het de zuurstal van Van Aalsvel was of die van Van Amstel die op de markt stond. Ik had een voorkeur voor Van Amstel, die had meer ‘rommeldingen’, carootjes bijvoorbeeld.
Carootjes is rode kool in het zuur.
Zie ook: joodse markt
Naschrift: Ofiicieel bestaat het Joubertplein helemaal niet, in de volksmond wordt echter veel/vaak van of over het Joubertplein gesproken.
