De karrenloods
Aan het eind van de Spitksopstraat, aan de Tugelaweg, had je een grote loods of schuur. Daar konden de handelaren (de venters) die met hun handel door de straten kwamen hun kar stallen. Die loods was speciaal voor de bewoners van de buurt gebouwd door de Stichting Bouwfonds van de Handwerkers Vriendenkring.
Exploitatie
De exploitatie van de karrenloodsen leverde de nodige problemen op. Dat blijkt onder andere uit het juninummer van ‘De Handwerksman’ (het maandblad van de Vereniging Handwerkers Vriendenkring). Tussen 1924 en 1927 werd een verlies geleden van ruim 1.400 gulden. In januari van 1928 werden de twee bergplaatsen aan de Tugelaweg met toestemming van de Woningdienst verpacht. Men hoopte dat daarmee de nadelen, verbonden aan de exploitatie, vermeden zouden kunnen worden. De verwachting dat verpachting een jaarlijks overschot zou opleveren, werd bewaarheid. De pachtsom werd zo gesteld dat uit de opbrengst aan alle verplichtingen voldaan zou worden. Helaas wordt niet verteld wat die verplichtingen inhouden.
Een politieke discussie?
Overigens is niet iedereen even gelukkig met de verpachting. Er is sprake van een klacht van de Karrenverhuurdersvereniging “Eendracht maakt macht”. De klacht ging over het feit dat één van de exploitanten van de karrenbergplaatsen karren zou verhuren. Volgens de schrijver van het artikel (Samuel Hartog) is de klacht afkomstig van een vereniging die eerder om de exploitatie van de loodsen had gevraagd, maar die niet heeft gekregen. De hele kwestie is uitgebreid aan de orde geweest in de Gemeenteraad van 7 mei 1931. Vooral het raadslid Alexander Lisser van de Communistische Partij Holland maakte zich nogal druk.
Overigens lijkt hier sprake te zijn van enige belangenverstrengeling. Lisser was namelijk voorzitter van de, inmiddels opgeheven, bewonersvereniging (van Het Bouwfonds).
(Aanvulling F.Slicht. Gebaseerd op: De Handwerksman, maandblad van de HWV, juni 1931.)