Ik zat op kleuterschool 'de Klaproos' in de Joubertstraat. Mijn moeder zette mij veilig over bij de Transvaal-apotheek met aan de overkant de viswinkel met de vele bakken boordevol levende stoof aal. Zelf wandelde ik altijd verder naar school. 's Middags was ik steeds ruimschoots op tijd om wat in de speeltuin te wachten. Samen met overbuur jongen Jan van Lint bleef ik een keer in de klim kooi toen de leider van de speeltuin riep en floot dat het schooltijd was. Het werd geen school die zomer middag....
Wij liepen via de Beukenweg naar de Amstelbrouwerij ( waar mijn opa als stoker werkte) waar het wemelde van paarden, drukte en "Amstel rood en wit". Tot in de avond reden wij mee met electro-lorries, die gestapelde bierkratten op hoge pallets met stalen sleden verplaatsten en keken vol ontzag naar de over de kade getransporteerde vaten voor de schepen en het laden/lossen van de vrachtwagens.
Door slaap overmand vroegen wij uiteindelijk naar de tijd. Het antwoord luidde ; 'half negen'. Wij terug naar huis waar wij staande werden gehouden door agenten uit een zwarte 'kever' met driehoek op het dak. Zij waren al naar ons op zoek en brachten ons thuis. Jan mocht vanaf dat uitstapje niet langer meer met mij omgaan en ik moest van mijn moeder ' zonder eten hup naar bed '.
Gelukkig kwamen opa en oma langs en die vonden mijn straf extreem; zo kreeg ik alsnog een bord heerlijke macaroni zoals alleen mijn moeder die kon maken, boordevol 'afsnij vleeswaren ' van slager Boogers uit de Pretoriusstraat.