SPELEN BIJ DE DODEN
de boterbloemen
bloeiden mooi
rond de zerken
van het oude en verlaten
Jodenmanussie
wij mochten hier
niet komen
er lagen doden
zacht te rusten
wat trok ons toch
naar deze fijne plaats?
waar wij gelukkig waren
in ons kinderparadijs!
KRAMATWEG
ik ruik de geuren
uit mijn jeugd als ik
mijn grond, mijn weg
mijn straat opslurp
waar ik geboren ben
als in een bange droom
blik ik terug naar
mijn huis dat is verdwenen
ja, toen al
heb ik er schreeuwend
van gedroomd
het zweven
tussen het verleden
en de ware werkelijkheid
houdt op en stort ik terug
naar de vergane grond
dag buurvrouw
dag buurman
dag kruidenier
dag schilleboer
dag groenteman
dag vuilnisman
dag mattenklopster
dag ijscoman
dag kille dode straat van nu
warmte uit mijn jeugd