In Mei 1940 brak de oorlog uit met Duitsland. Het was zonnig weer. De lagere school, een moderne school met veel licht en lucht, was gevestigd in de Herschelstraat bij het Galileiplantsoen. Mijn broer en ik werden op die dag opgevangen door de buurvrouw van drie hoog, mevrouw Stouthard. Twee Duitse soldaten met geweer in de aanslag riepen ramen en deuren sluiten en achter de ramen vandaan blijven. Op de hoek van de Molukkenstraat/Insulindeweg was de electriciteit afgeschakeld.
In 1943 verhuisde onze school diverse malen, want er zaten nu Duitsers in de school op het Galileiplantsoen. De verhuizing ging met paard en wagen. Terwijl we op school zaten werd er geschoten op de gashouders aan de Polderweg. We mochten de school niet verlaten en moesten wachten tot een half uur later de sirene het sein veilig gaf.
Tijdens de oorlogsjaren gingen we met moeder naar de Beemster, bij boer Bark, om groenten en aardappelen te halen. Soms mochten we narooien, dan scheelde in de prijs. Op de brug van Purmerend en de Beemster was vaak controle door de SD en de NSB.Wij gingen via een roeiboot het kanaal over. Daar kocht moeder vlees dat ze om haar middel drapeerde. Dit vlees kocht ze zonder bonnen, dus zwarte handel. Mensen die wel over de brug gingen, moesten hun eten afstaan aan de fascisten en de weermacht. Soms moesten ze zelf hun eten in het water gooien. Bij aankomst in Amsterdam moesten we opnieuw oppassen voor controle.
Het laatste jaar van de bezetting was het moeilijkst: steeds minder kolen en eten. We zochten kolen bij de gasfabriek aan de Polderweg. Mijn Oma kocht eens een half mud kolen, waarvan 80 tot 90 procent uit sintels bestond. Alleen de bovenste laag bestond uit kolen!
Begin februari 1945 ging ik met mijn broer Dirk en nog 25 andere kinderen naar Friesland.
Honger en kou
Ben Pranger was 6 jaar oud toen de oorlog uitbrak. Samen met zijn moeder en broer ging hij regelmatig mee naar de Beemster om groenten en aardappelen te halen.
3125 keer bekeken