In trouwpak over het balcon klimmen

Etty was een Betondorpse, ze kwam uit de Hooistraat.
Als 17 jarig meisje kwam ze als hulp in de huishouding werken bij Manus Cruyff. Terwijl de ouders in de groentewinkel werkten, zorgde zij voor Johan en Henny . Manus droeg in de winkel meestal een wit overhemd en het viel Etty op dat er altijd een donkere vlek op het voorpand zat, daar waar Manus steeds met zijn hand over zijn borst streek. Achteraf besefte ze dat hij dat waarschijnlijk deed omdat hij toen al last van zijn hart had.
Na haar huwelijk met Freek kwam Etty dus te wonen in het huis van de dame bij wie ze was gaan werken na haar betrekking bij de familie Cruyff. Mevrouw van Eyk woonde al heel lang in de Fahrenheitstraat, vanuit haar huis heeft ze nog de grote brand van het Paleis van Volksvlijt (1929) kunnen zien, zo open was het toen nog. Het was een volksbuurt met een eigen wijkagent - Jaap Knot- en veel winkels, minstens 3 melkboeren en 2 winkels voor huishoudelijke artikelen, Joffer en van Beusekom. Bij Beusekom huurde Etty een wasmachine en spaarde tegelijk met 1 gulden per week voor een eigen wasmachine. Dat werd een Bico, waar je een wringer bovenop kon zetten.
Helaas stierf opoe van Eyk zo'n twee jaar na het huwelijk van Freek en Etty. Hoewel er inmiddels een dochter was geboren, mochten ze als inwoners niet in de grote woning blijven. Toevallig woonde aan de overkant een gezin met kinderen in een kleine benedenwoning, met hen was woningruil mogelijk. Zo verhuisden ze van nummer 49 naar nummer 60. Deze woning werd door Freek o.a. van een douche voorzien, dat was een nieuwigheid. De meeste mensen uit de Fahrenheitstraat gingen naar het badhuis van het Sportfondsenbad om te douchen, bij gebrek aan eigen badkamer.
Freek bouwde ook een schuur in de tuin, met behulp van een slang die hij aan het gasstel in de keuken koppelde kon hij daar met oud jaar oliebollen bakken.
Al met al hebben Freek en Etty 20 jaar in de straat gewoond.