Na mijn middelbare school ging ik studeren aan het Instituut voor Kunstnijverheidsonderwijs (later de Rietveld Academie). Het was een vrij kleine school waar ik binnenhuisarchitectuur ging studeren. Ik was nog niet eens zo lang met deze opleiding bezig toen ik het idee kreeg om samen te gaan wonen met een aantal vriendinnen en medestudenten. Een aantal van hen hadden samen een huis gehuurd en ik wilde dat ook wel. Ik heb dit dan ook gemeld bij mijn moeder. Haar reactie was: “Oh ja, hoezo dan?”. Nou zei ik: “Zij wonen er al en ik kan er ook bij”. “Maar hoe denk je dat te doen, wil je hier komen eten ofzo“? Dat wilde ik niet, ik wilde daar gewoon blijven en er ook eten. “Maar hoe denk je dat dan te willen doen”, was haar reactie. Haar eerste reactie was helemaal niet afwijzend, ze leek het geen gek idee te vinden. Zij liet mij echter wel inzien dat zelfstandig wonen een hoop geregel betekende en toch ook wel geld. Geld was een probleem, mijn vader had een uitkering en een geldelijke bijdrage aan mijn zelfstandig wonen konden zij niet leveren. Zij liet mij nadenken over wat wel en niet kon.
Maar als het maar enigszins mogelijk was hielp zij mij. Zo kwam ik een keer met het idee, opgedaan uit een les over kleding van vroeger, om van een laken een Griekse chiton (jurk) te maken. Ik kreeg van haar een laken en zij heeft mij toen geholpen een soort jurk te maken. Ik wist precies wat ik wilde, ik maakte daarbij een brede band die ik zelf had voorzien van borduursel. Ik heb hem zelfs gedragen toen ik met vrienden naar de Schouwburg ging. Eén van mijn vrienden vroeg toe: “Mag ik even onder je laken?”