Koken op het wonderkacheltje

Verteller: Alie de Vries

Op de Polderweg bietste en pikte hij ‘kuchies’ van de Duitsers bij de Duitse bakkerij die daar was.

Wonderkacheltje wonderkacheltje Met het wonderkachteltje kon in de oorlog gekookt worden met heel weinig brandstof, een paar takjes was genoeg.

Wonderkacheltje wonderkacheltje Met het wonderkachteltje kon in de oorlog gekookt worden met heel weinig brandstof, een paar takjes was genoeg.

Alle rechten voorbehouden

Ik was 11 toen de oorlog uitbrak. Met mijn moeder, zusje van zeven en broertje van acht woonde ik in de Transvaalstraat 15-1. In de eerste jaren hadden we nog redelijk te eten. Mijn broertje had een vriendje wiens vader op een meelfabriek werkte, dus brood was er altijd. Op de Polderweg bietste en pikte hij ‘kuchies’ van de Duitsers bij de Duitse bakkerij die daar was. Onze bonboekjes zorgden altijd voor een afgepaste hoeveelheid voedsel en soms had ik het geluk dat ik mijn bonnetje vergat in te leveren bij Scheppertje. Schepper was onze kruidenier verderop in de Transvaalstraat. Ik vergat het niet expres, door het drukke geklets in de winkel vergat ik het gewoon echt! Maar een vergeten suikerbon betekende wel een kilootje extra voor ons gezin. In het laatste oorlogsjaar hadden we wel problemen om aan eten te komen. Mijn broertje zorgde voor voedsel en brandstof. We woonden op een geweldig gunstige plek in de Transvaalstraat, vlakbij de Linnaeusstraat. Achter de Hema, op de Oranje Vrijstaatkade, had je de gaarkeuken en de Gemeentereiniging. Ook de gaarkeuken van de Weermacht was daar. De Duitsers gaven mijn broertje vaak lekkere hapjes, soms zelfs met vlees erin. Bij de Hollandse gaarkeuken pikte mijn broertje ook eten en bij de Reiniging pekelzout, dat we thuis schoonwasten en gebruikten als smaakmaker. Langs de tramrails lagen van die teerblokjes. Die gebruikten we voor ons kacheltje, een zogenaamd Wonderkacheltje. Behalve die blokjes stopten we er van allerlei hout in dat mijn broertje overal vandaan haalde. Zo maakten we stroop van suikerbieten en bakten we lekkere koekjes van de overgebleven pulp.

Alle rechten voorbehouden

4471 keer bekeken

Bekijk meer afbeeldingen

suikerbiet 113 wonderkacheltje suikerbiet 113 Suikerbieten (Foto met dank aan www.libertariaan.nl)

suikerbiet 113 wonderkacheltje suikerbiet 113 Suikerbieten (Foto met dank aan www.libertariaan.nl)

Alle rechten voorbehouden

5 reacties

Voeg je reactie toe
Laetus Bakker

Re: dat gezellige wonderkacheltje

Marianne Wensveen:
In de oorlog woonde ik met mijn vader, moeder en 1 jaar jonger broertje op de Veluwe bij Apeldoorn. Ik was 2 1/2 toen de oorlog uitbrak. Wanneer dat wonderkacheltje precies in onze keuken verscheen, weet ik niet. Maar voor mij was het iets prachtigs. In mijn herinnering stopte ik er in een klein gaatje aan de onderkant sprietjes en takjes in. Of dat helemaal klopt weet ik niet.
Ik zou heel graag precies weten hoe zo'n dingetje in elkaar zat om er een te maken. Altijd handig als de brandstof steeds schaarser wordt doordat olie en gas op raken. Waren het geen 2 bussen die in elkaar sloten?
Mijn naam is Marianne Wensveen. Geboren in 1937.
En vandaag is het 25 0ktober 2009

Ik heb nog zo'n kacheltje, gemaakt door mijn opa. stuur graag een foto

Helmy Bakermans - January 2012

wat een leuk artikel!!

Ik onthoud nog heel goed die bergen met suikerbieten op het land maar ik was pas geboren in 1951! Wy woonden in Geleen, Limburg, en my ouders vertelden wel van de moeilykheid om eten op tafel te krygen gedurende de oorlog. Aardappel schillen enz en stelen by de raven van de duitsers, maar het was geen lolletje! Die kacheltjes waren er nog genoeg in myn jeugd maar ik verliet nederland in 1974. Woon nu in australia en was aan het zoeken naar suikerbieten recepten...

Marianne Wensveen

dat gezellige wonderkacheltje

In de oorlog woonde ik met mijn vader, moeder en 1 jaar jonger broertje op de Veluwe bij Apeldoorn. Ik was 2 1/2 toen de oorlog uitbrak. Wanneer dat wonderkacheltje precies in onze keuken verscheen, weet ik niet. Maar voor mij was het iets prachtigs. In mijn herinnering stopte ik er in een klein gaatje aan de onderkant sprietjes en takjes in. Of dat helemaal klopt weet ik niet.
Ik zou heel graag precies weten hoe zo'n dingetje in elkaar zat om er een te maken. Altijd handig als de brandstof steeds schaarser wordt doordat olie en gas op raken. Waren het geen 2 bussen die in elkaar sloten?
Mijn naam is Marianne Wensveen. Geboren in 1937.
En vandaag is het 25 0ktober 2009

Een bezoeker

Joop Jansen 1932

Suikerbieten:
Mijn schoonzoon heeft een boerderij en had voor zijn koeien een berg suikerbieten liggen, daar heb ik er een van meegenomen om net als in de oorlog stroop en van de pulp een koek te bakken. Wij vonden in de oorlog de koek altijd wel lekker, maar nu... niet meer om te pruimen. Je smaak is anders geworden misschien, verfijnder noem het maar, alleen de stroop die ik er van kreeg was wat smaak betreft prima, al was hij nog te dun en had ik hem nog wat langer moeten inkoken. Honger maakt rauwe bonen zoet!

Visitor

Anneke Sellmeijer

Mijn vader had een stucadoorsbedrijf en moest in diebakkerij een klus doen. Hij en zijn broer kregen ieder een brood. Meer mocht niet. Maar de duitsers wisten niet dat wanneer zij naar huis gingen, ieder nog een paar broden meenamen in hun gereedschapskist voor hun ouders en mensen in hun omgeving/straat. Ik denk dat dat zo rond 1942 geweest moet zijn.