Als meisje van zeven, in 1934, verhuisde ik naar de Transvaalstraat 15-1. Onder ons was de kapper, tegenover ons op de hoek een café, daarnaast een sigarenwinkel, een garage, een koffiehuis, een paar kleine winkeltjes en dan de sigarenwinkel van mevrouw Dautzenberg. Ik deed vaak boodschappen voor mevrouw Dautzenberg omdat ze zelf altijd in de winkel moest zijn. Daar verdiende ik een zakcentje mee. Mevrouw Dautzenberg had een nichtje, Elly de Weide, dat in de zomervakantie vaak bij haar kwam logeren. Omdat zij haar handen vol had aan de winkel, vroeg ze mij of ik haar nichtje mee wilde nemen naar de Polderweg, naar de vakantieschool. Dat vond ik natuurlijk enig. Ik moest van mijn moeder, zoals veel kinderen, naar de vakantieschool op de Polderweg omdat we zelf geen geld hadden voor vakanties. Je kon er schommelen en wippen, en bij lelijk weer spelletjes doen in grote tenten, of handwerken of zo. Ik ging daar eigenlijk niet graag naartoe omdat ik nogal verlegen was. Je moest wel haantje-de-voorste zijn om een plekje op de wip of de schommel te bemachtigen. Maar met Elly vond ik het wel erg leuk. We werden echte vriendinnen en ik ben zelfs twee keer bij haar op bezoek geweest in Limburg: één keer bij haar thuis in Geleen en een keer, in 1939, bij een andere tante van haar in Nieuwenhagen. We namen de trein vanaf het Rhijnspoorplein, mevrouw Dautzenberg en ik. Mijn reis moest ik zelf betalen. Al het geld dat ik verdiende met boodschappendoen voor mevrouw Dautzenberg spaarde ik op voor die vakanties!
Vakantieschool Polderweg
Je moest wel haantje-de-voorste zijn om een plekje op de wip of de schommel te bemachtigen.
4472 keer bekeken