Maribel is zelf tot haar 16e jaar opgegroeid in de Transvaalbuurt, maar toen ze drie jaar geleden weer in de buurt kwam wonen, vond ze het maar niks. "Het is een kindonvriendelijke buurt, mijn dochter kan niet buiten spelen, want er lopen veel kinderen rond waar niet naar omgekeken wordt. Er lopen zelfs jongetjes met een vuurwapen, naar men zegt. Toen ik zelf kind was, werd er al veel gevochten en gescholden en dat is alleen maar erger geworden. Bovendien worden er veel fietsen gestolen op straat, er zijn geen boxen om ze neer te zetten en de stalling is vol." Toch kan ze zich goed voorstellen dat mensen die al lang in de buurt wonen het vreselijk vinden dat de blokken gesloopt gaan worden. Zelf hoopt ze dat de nieuwbouw kleuriger zal zijn "want de mensen kunnen wel een opkikker gebruiken, de zomers zijn kort in Amsterdam."
Mary woont al 67 jaar in de Transvaalbuurt: "het is Mijn Buurt." Ze heeft herinneringen aan een speelse, kinderrijke straat waar je heerlijk rond kon zwerven. Als kind liep ze bijvoorbeeld naar Diemen. "We hadden geen fietsen, af en toe mochten we een fiets huren voor 1 gulden per uur, dat was veel geld. Ik herinner me ook nog een snoepwinkel die De Kindervriend heette in de Christiaan de Wetstraat." Later toen ze in haar huidige woning kwam wonen, was ze ondanks het ontbreken van een douche erg verguld met haar woninkje. "Ik heb zo'n leuke trap gehad, op een gegeven moment had ik een buurvrouw met twee tweelingen, mijn buurman Jan Blokker kreeg ook een tweeling en mijn andere buurvrouw had een drieling."
Greet daarentegen, die ook al 40 jaar in de buurt woont, weet nog goed dat haar eerste indruk was: "Wat een waardeloze buurt! Ik kwam uit de Krugerstraat en de Retiefstraat deugde niet, de Tugelaweg evenmin, daar woonde het schorriemorrie. In de Krugerstraat woonden de gewone arbeiders, hoewel we aan de overkant wel gereformeerde kaklijers hadden wonen. Op zondagmorgen bonden we hun deurknoppen aan elkaar vast zodat ze niet naar de kerk konden."
Claudia - negen jaar geleden kwam ze in de buurt wonen - dacht: "Wat een vieze straat, grauw,smerig en de eerste nacht dat ik er sliep schokte ik mijn bed uit vanwege de langskomende treinen." Veertig jaar geleden, toen Anita in de straat kwam wonen, zag ze "heel veel speelkameraadjes, overal rozenstruiken, grasvelden en na mijn trouwen ben ik expres in deze buurt blijven wonen. Ik heb een heerlijk ruime woning, eigenlijk horen deze woningen op de monumentenlijst, alle blokken passen bij elkaar". En ook Mariska, die het vreselijk vond toen ze zes jaar terug hier kwam wonen, geeft toe "het huis viel mee, van buiten zie je niet dat de huizen zo ruim zijn ".