Het zijn niet zo maar woningen die gesloopt gaan worden, het gaat om panden die in 1915 neergezet zijn door het bouwfonds van De Handwerkers Vriendenkring. Mary komt aanzetten met een boek over de Transvaalbuurt (van Ton Heijdra) waarin te lezen valt dat deze in 1869 opgerichte vereniging niet alleen woningen liet bouwen, maar bijvoorbeeld ook cursussen organiseerde, een ziekenfonds en een badhuis oprichtte, alles in het belang van arbeiders en handwerkslieden.
Hoewel deze woningen indertijd een enorme verbetering waren, waren ze niet groot. In menige woning was geen echte keuken, alleen een spoelhok. In de 80-er jaren zijn deze woningen dan ook gerenoveerd, dikwijls zijn toen twee kleine woningen samengevoegd.
Maar waarom dan nu sloop? Greet en Anita denken dat de woningen door verwaarlozing bouwvallig zijn geraakt: "Op de Transvaalkade doet de woningbouwvereniging veel meer aan onderhoud. Dat is de sjieke rand van de wijk." Claudia en Maribel en Mariska hebben de ervaring dat de huizen vochtig en gevoelig voor schimmel zijn en bovendien zo tochtig dat er altijd bijverwarmd moet worden zodat de stookkosten de pan uit rijzen. Volgens Greet veroorzaakt het treinverkeer dat pal langs de woningen rijdt scheuren in de muren.
Hoe dan ook, waarschijnlijk moeten ze allemaal op zoek naar een andere woning. Mary en Anita zullen dat met pijn in het hart doen. Claudia, Mariska en Maribel zijn er blij mee.
Wat zullen ze gaan missen als ze straks moeten vertrekken? Anita: "Mijn huiskamer, zo'n grote huiskamer zie je zelden en natuurlijk mijn buurtjes, de markt en ik zal wel niet meer zo dicht bij mijn werk komen te zitten als nu." Greet vermoedt dat ze haar uitzicht niet snel terug zal krijgen: "Ik kijk uit op het spoor, heb geen overburen. En Claudia en Mariska weten dat ze de buren gaan missen met wie ze babbeltjes maken en waar ze op kunnen rekenen als ze met vakantie gaan. "Je hoeft je geen zorgen te maken over je huis." Ook Mary roemt het burencontact: "Ik heb een heerlijke trap en een rustige straat. Ik zie er tegenop dat ik straks misschien op een trap woon met wel tien mede-buren. Verhuizen, ik moet er niet aan denken, ik woon hier al vanaf mijn 1e jaar, er stonden toen genoeg huizen leeg, het was oorlogstijd. Wat heb ik als kind veel op straat gespeeld hier, zelfs de ouders deden soms mee."
Maribel, die blij zal zijn als ze in een andere buurt komt te wonen, noemt desalniettemin "het leuke van deze wijk is dat men elkaar de ruimte geeft, men klaagt niet zo snel over elkaar en er wordt best wel veel getolereerd. De mensen hier weten dat je niet kan verwachten dat iedereen hetzelfde is en hetzelfde functioneert."