In de tweede helft van de jaren zeventig bruist het in de Dapperbuurt van de sociale acties, vaak gecoördineerd door de leden van de ‘Sterke Arm van de Dapperbuurt’, een van de meest succesvolle actiegroepen van die tijd. Dankzij hen komt een paar jaar achtereen een Vlaamse politiek geëngageerde toneelgroep naar onze buurt.
Vuile Mong en zijn Vieze Gasten zijn een groep uit Gent. Ze zijn anarchistisch en rebels, geïnspireerd door de opstanden van 1968. Ze hebben weinig op met het Gezag en de Kerk en zijn voor vrouwenemancipatie en individuele vrijheid.
Ze zetten hun tent neer op een van de vele terreintjes die vrij zijn gekomen door de gefaseerde sloop en herbouw van de buurt (die fasering was een briljant plan van de Sterke Arm). Plaats genoeg. De tent zit altijd vol. De buurtbewoners zijn heel blij met deze voorstelling.
De groep brengt levendig en aanstekelijk theater. De stemming zit er al heel snel in. Iedereen leeft mee met de belevenissen van Boer Naes, een personage geïnspireerd door het oude Vlaams gedicht over ‘Boerke Naes’. De eenvoudige huisvader wordt genaaid door alles en iedereen, vooral door de clerus. Dit is schitterend verbeeld.
Aan het eind wordt het ‘Marianne-lied’ gezongen. Een meeslepend lied over protest en revolutie. Iedereen zingt uit volle borst het refrein mee:
“Ga, ga Marianne, voer ons aan.
Verlos de maatschappij van de tirannen
en maak ons vrij, en maak ons vrij.”
Hoe weinig kunnen we dan nog vermoeden dat tien jaar later de Muur zal vallen en allerlei linkse stelsels zullen wankelen en sneven. Dragers van het linkse gedachtengoed zijn nog overtuigd van de overwinning. Achteraf gezien heeft niets en niemand overwonnen. We moeten met elkaar verder, met of zonder Marianne.