Aan het begin van de jaren dertig was het Afrikanerplein een echt winkelpleintje. Op de hoek met de Pretoriusstraat had je de banketbakker, Van Delft, waar ik nog een paar maanden heb gewerkt. Op de hoek met de Reitzstraat (nummer 43) met het Krugerplein (nummer 28) zat bakker Ploeg, daar haalden wij ons brood. Bakker Ploeg was geen Joodse bakker, maar toch kwamen in de loop van de vrijdagmiddag veel Joodse mensen met hun bakvormen gevuld met deeg. Omdat de mensen geen eigen bakoven hadden werd het deeg afgebakken in de oven van bakker Ploeg. Vooral amandelkoeken en boterkoeken werden er gebakken, voor de Sjabbat. Ik kan mij herinneren dat het deeg van de boterkoek op een keer zo snel rees dat het er grotendeels over heen ging. Bakker Ploeg was toen helemaal in paniek. Dat afbakken kostte ongeveer 1 à 2 centen.
Tussen Ploeg en Van Delft zat het Reclamebureau FELIX. Daar heb ik een halfjaar gewerkt voor ik bij lichtreclame bureau Kool & Co in de Utrechtsedwarsstraat terechtkwam.
Een andere winkel op het Afrikaanderplein was Jamin, op de hoek tegenover Van Delft. Ik kan mij Jamin nog zo goed herinneren omdat je er voor 3 centen koekkruimels kon kopen. Dat deden we dan met een paar vriendjes samen. We legden het geld bijeen voor het verkrijgen van een grote zak kruimels. Er zat van alles in, ook brokjes kaas. Jamin verkocht toen kaas. Het werd een echt verrassingspakket.
Verder waren er enkele snoepwinkeltjes in de buurt. Zo had je er een in de Reitzstraat, ergens in het midden. Daar kon je zogenaamde ‘priktoffees’ kopen. Voor een cent prikte je op een vel geruit papier met een cijfer. Aan de achterzijde stond wat je had gewonnen. De vrouw achter de toonbank keek dan aan de achterkant van het bord. Meestal had je niets gewonnen!