Op kamers in de Commelinstraat

Verteller: Pieter Bol
Auteur: Pieter Bol
Dapperbuurt, Commelinstraat

Het leven van een student valt niet mee. Rondkomen van een klein budget en niet altijd even comfortabele behuizing.

 Commelinstraat in 1969, links de Pontanusstraat.<br />Foto: Stadsarchief Amsterdam

Commelinstraat in 1969, links de Pontanusstraat.
Foto: Stadsarchief Amsterdam

Alle rechten voorbehouden

Het is september 1968 en je bent beginnend medisch student aan de Universiteit van Amsterdam. Je wilt je ouders niet tot last zijn (hoewel je geen beurs hebt omdat zij rijk zijn) dus je probeert te leven van 200 gulden per maand (inclusief collegegeld, boeken en microscoop). Dat betekent een goedkoop kamertje, en door de nadelen ervan na een tijdje weer verhuizen.

Mijn derde kamer is op zolder, in de Commelinstraat, in de Dapperbuurt. Nummer 40, de hospita, mevrouw Verbij, driehoog en jij dus op zolder vierhoog. In de winter ijskoud bij het opstaan en omdat je toch meteen door moet naar college de petroleumkachel (Alladin) niet aan. Jas aan en haastig een boterham. In de zomer zindert de zon op het dak, je wordt in dat kamertje levend geroosterd.

Restricties. Geen bezoek of uitgaan of terugkeren na 10 uur ‘s avonds. Niet teveel wc-papier gebruiken door jou of gasten. Radio of pick-upje niet te hard aan. Toch zijn het goede mensen. Zij huisvrouw, hij ‘inspecteur’ bij de Bijenkorf. Hij moet op de ‘klantjes’ letten.

Veel onderwijs voor het eerste jaar geneeskunde speelt zich af in het Anatomisch Laboratorium aan de Mauritskade, op een steenworp afstand van mijn kamertje. Daar resideren grootheden als de professoren De Froe en Van Limborg. Als mijn hospita mij na enkele weken vraagt wat ik eigenlijk studeer, vermijd ik het woord ‘anatomisch’. Ik meld wat er ook werkelijk op het laboratorium staat (nog steeds): “Ontleedkundig Laboratorium”. Ze kijkt me peinzend aan. En zegt: “Ja, ik dacht al dat u taal studeerde”.

Alle rechten voorbehouden

3754 keer bekeken

loes Krane Veuger

commelinstraat 43 amsterdam

Goede morgen Pieter,
Ik keek even naar verschillende artikelen van Sanatorium Hoog Laren en kwam via vai, je weet hoe dat gaat, op de Commelinstraat terecht. Wij woonden daar van Mei 1957 tot Maart 1964 op nr. 43 boven het sous terrain. Tegenover het pand waar jij, mag ik wel jij zeggen? op zolder woonde. Vandaar zijn ge-emigreerd naar Amerika waar wij nog steeds wonen. Onze twee zonen zijn in Amsterdam in het Vroudvrouwen tehuis aan de Wibaut straat geboren.
Ik ben blij te lezen dat j e ook die buurt zo lief hebt als ik, alhoewel de rest of mijn Amsterdamse familie erop neer keken. Onbegrijpelijk want ze waren zelf in een krottenbuurt in den Haag geboren. Zo zie je, als niets komt tot iet kent iet zichzelve niet.
Ik ben verpleegster en heb hier in de VS. verschillnde graden gehaald in de verpleging en psychologie.
Veel success toegewenst door
Loes Krane-Veuger.