We hadden een groot huis maar heel weinig boeken. Ik leende overal: de jongens met de ouwe schuit, het beleg van Alkmaar, noem maar op. En Karl May. Alles van Karl May. Old Shatterhand, die zo’n mooie relatie had met Winnetou, Kara ben Nemsi, Vader Jaguar. M’n neef die in de Linnaeusstraat woonde had ze allemaal. Ze kwamen uit de Hema aan de overkant. Dat was in die jaren een warenhuis waar elke prijs een kwartje of een veelvoud daarvan was. En ze hadden een huismerk: ‘Frany’. De boeken van Karl May kostten enkele kwartjes het stuk. En ze zaten (dan ook) boordevol zetfouten. Maar daar las je als jongen overheen. Ik vertelde dat onlangs aan m’n slager en die zei: je dacht natuurlijk dat die foute woorden een Indiaans dialect waren.
Later ging neef studeren, in Delft. Dat was in de oorlog. En m’n verre familielid tekende, ik denk toch wel vrij onschuldig, de verafschuwde loyaliteitsverklaring, ‘controverserend’ met de beroemde toespraak van prof. Rudolf Cleveringa. Daar staat tegenover, wat m’n verwanten betreft, dat diezelfde professor in het Oranjehotel, de Scheveningse strafgevangenis, in de bezettingstijd de cel deelde met… ene Karel Grazell: eveneens verre familie mijner. Er is evenwicht. Dat tekenen van die verklaring heeft m’n neef niet tegengehouden om een fantastische carrière te maken. Hij staat sinds enige jaren niet meer in het telefoonboek, dus het zal wel over met hem zijn.