Het begin van de Boekenhoek is toeval, of: een losse opmerking eigenlijk. Mijn man dreef de avondwinkel, wij hadden daar een piepklein huisje naast in de Tidorestraat en eeuwig ruimtetekort. Toen hoorden we dat meneer Somers, die schuin aan de overkant een kruidenierswinkel dreef, er mee op wilde houden en de winkelruimte aanbood voor een laag bedrag. En mijn man voelde daar wel wat voor. Mijn broer was er ook die avond en toen heb ik gezegd: zonde als je zo'n hoekpandje wit gaat schilderen om het als magazijn te gaan gebruiken... Waarop de andere twee reageerden met: nou, dan begin jij er toch wat in! En zo is het gekomen.
"Neem er wat sigaretten bij, dan krijg je sneller 'de loop' "
Ik hield niet van het werk in de avondwinkel, kunstnijverheid (zoals leuke dingen voor in je huis toen nog genoemd werden) was meer mijn stiel, maar ik voorzag iets van een klant per dag als ik dat zou doen. En dus werd het van-alles-en-nog-wat. Het interieur van de kruidenierswinkel werd gesloopt, de marmeren toonbank werd de vloer van de douche van een vriendin, wij timmerden met veel spaanplaat een interieur. In het midden een soort tafel, een kleine toonbank. En, zei mijn toenmalige echtgenoot, neem er wat sigaretten bij, dan krijg je sneller "de Loop". Er waren zeker zes sigarenboeren in de straat dus ik zag dat niet zitten, maar het bleek wel waar. We verkochten verder tijdschriften, klein speelgoed, kantoorartikelen, en we speelden in op wat de mensen vroegen.
De eersten met een 'deeltijdbaan'
Achter de winkel was een soort huiskamer, er stond een bank, een kachel, wat stellingen met voorraad en daarachter was de keuken en nog een klein kamertje. Van de oude kruidenier -die er boven woonde en nog jaren puur voor zijn en ons plezier kwam helpen- hoorden we dat hij daar daadwerkelijk met zijn gezin gewoond had, de jongste sliep in de meterkast. Tot hij de woning erboven kreeg toegewezen.
Het was 1973. Mijn kinderen waren zes en acht, gingen naar school. En zes dagen wilde ik niet werken. Dus zocht ik een hulp en die vond ik via iemand die ik van de kleuterschool van de jongens kende . En samen deelden wij het werk, ik denk dat wij een van de eersten waren met een " deeltijdbaan."
We plakten pleisters en er kwam een kat
En dat werkte goed. We wisselden af, om de dag werken en de ene week ma/wo/vrijdag, de andere week di/do/zaterdag. En wie wilde ruilen regelde dat, in de vakantie draaiden we hele weken. Onze kinderen kwamen tussen de middag broodje eten, namen vriendjes mee want bij ons kon je lekker stripboeken lezen (wel voorzichtig he jongens, het moet nog verkocht worden!)
We plakten pleisters als het nodig was, er kwam een kat, het was gezellig.
Sloopplannen voor de Boekenhoek
Eind jaren negentig, de avondwinkel was al gesloopt en vervangen door nieuwbouw, kwamen er ook sloopplannen voor de Boekenhoek. Ik was vijftig, kon kiezen voor een uitkoopsom of doorgaan en dan een tegemoetkoming in de kosten. Ik koos voor het laatste. Tijdelijk moesten we naar een andere lokatie en dat werd aan de overkant, op nr. 128. Daar had tot voor kort de Amrobank gezeten en die had twee oude winkeltjes in gebruik genomen als kantoorruimte. En zo geschiedde. Weer werd er getimmerd, het was kleiner en kwetsbaar aan de achterkant voor inbraak, en qua omzet werd het "overleven".
Die kant van de Molukkenstraat, de schaduwkant, was nooit de "goede" kant geweest, alleen de hoekwinkels overleefden. De bouw duurde ruim twee jaar, ik ging in commissies zitten om een kleine vinger in de pap te hebben, moest overleg plegen met gemeenteambtenaren en een advocaat in de arm nemen, kortom: gedoe.
Mooie nieuwe hoekwinkel
Maar er kwam een mooie hoekwinkel, een mooi rijtje zelfs, een nieuwe inventaris, en het besluit om het nu toch maar serieus aan te pakken. Of, zoals ik toen riep, "ik ben nu de amateurstatus voorbij".
De regeling met de deeltijdbaan voldeed niet meer, de winkel was te groot om alleen in te staan, er moest personeel bij. En dat kwam. Ook in deeltijd en met de opdracht servicegericht te zijn en te blijven.
Plat achter de toonbank met een getrokken pistool op mij gericht
Uiteindelijk viel het doek in 2009. Althans voor mij en in een iets eerder stadium voor het personeel. Waren de eerste jaren zeer succesvol, de Molukkenstraat veranderde. Winkels gingen failliet of veranderden. Het uitgebreide assortiment verdween en bijna alles werd "groentewinkel". Daarmee verdween de aantrekkelijkheid van het stukje tussen de Insulindeweg en de Tidorestraat, en daar hadden we last van. Bovendien steeg het aantal overvallen. Werden we in de oude winkel vooral geplaagd door inbraken, in de nieuwe winkel heb ik plat achter de toonbank gelegen met een getrokken pistool op mij gericht, zijn we het magazijn ingeduwd, zijn er ook op het personeel messen gericht. Zelf was ik zes keer slachtoffer, maar in totaal zijn er veel meer incidenten geweest. En geloof me, dan toch liever maar inbraak.
De buren van boven drongen via het plafond de winkel binnen
In het oude winkeltje heb ik wel geslapen op de bank omdat het raam er uit lag, zonder een deken maar met afgeknipte mouwen van een koninginnedagshirt om me warm te houden. In het tijdelijke winkeltje zijn we ooit van een feestje naar huis geroepen door de politie omdat de buren van boven via het plafond de winkel waren binnengedrongen..... Bleken daar junks te wonen. Tja.
Het was maar een klein gaatje, maar junks eten gemiddeld niet veel. Iets wat ik nog heb moeten uitleggen aan een agent van de verzekeringsmaatschappij die dacht dat we de inbraak geensceneerd hadden..
Boekenhoek verkocht in 2009
Uiteindelijk is de Boekenhoek dus verkocht in 2009. De naam was toen al veranderd in Techador Thoekie, want noodgedwongen had ik me aangesloten bij een verkoopgroep, de enige manier om nog iets over te houden. Ik heb er vier jaar over gedaan om de winkel te verkopen, uiteindelijk heeft het personeel ontslag gekregen, iets waar ik veel verdriet van heb gehad. Want we waren vrienden geworden en hadden lief en leed met elkaar gedeeld.
Totaal heb ik daar 36 jaar van mijn leven liggen, ondanks alles met veel plezier gewerkt, veel gelachen, veel verhalen aangehoord, generaties zien opgroeien. Soms zie ik iemand lopen die lijkt op een ouwe klant en dan denk ik: hoe zou het met die gaan? Spijt heb ik dat we de gekke uitspraken en idiote voorvallen die we meegemaakt hebben, niet opgeschreven heb. Het had een mooi boekje kunnen worden.....