Achmet wist niets van schoenreparaties toen hij op Internet de advertentie zag waarin gezocht werd naar een opvolger voor de schoenmakerij van Joop Rijkenborgh. Maar hij wist wel heel veel van schoenen maken. Als 13 jarige jongen leerde hij in Turkije - waar hij geboren is - handmatig schoenen maken van zijn broer. Zijn moeder had liever gehad dat hij verder zou leren op school, maar zelf hield hij veel van het vak; zijn familie had een kleine winkel voor handgemaakte schoenen in de stad Konya .
Op zijn 18e jaar vertrok hij naar Istanbul om in de schoenenfabriek te gaan werken zodat hij ook het machinaal vervaardigen van schoenen onder de knie kreeg. Echter op zijn 20e moest hij - zoals alle Turkse mannen - in militaire dienst en zijn vaardigheden kwamen van pas; voor heel wat officieren heeft hij handschoenen en schoenen gemaakt die pasten bij hun uniform.
Zoals veel van zijn generatiegenoten ging hij na de militaire dienst op zoek naar een beter bestaan en zodoende arriveerde hij in 1988 in Nederland. Hij vond werk in de confectie-industrie en leerde met naaimachines om te gaan. Maar het oude beroep bleef aantrekkelijk en in 2005 kwam zijn kans. "Joop heeft me veel geleerd over reparaties en me ook heel veel met advies geholpen. Later heb ik natuurlijk ook mijn certificaat gehaald. Nog steeds komt Joop in de winter van tijd tot tijd naar de zaak, soms om zijn eigen schoenen te repareren, soms om te helpen".
Het grote verschil met de schoenmakerij in Turkije is volgens Achmet dat er in Turkije nog altijd weinig met machines gewerkt wordt, al begint het nu wel te komen. De stikmachine is wel veel in gebruik voor reparaties, maar machines zoals hij zelf in zijn winkel heeft staan - ooit aangeschaft door Joop - zijn doorgaans veel te duur voor de Turkse schoenmaker.
De klanten komen niet alleen uit de buurt, maar ook uit Noord, Diemen en IJburg. "Dat weet ik omdat ik de postcode opschrijf, dat is vlugger dan de naam opschrijven. De mensen willen soms ook een praatje maken, maar daar heb ik meestal geen tijd voor, ik heb het druk". En dat is te merken, tijdens het interview komen er steeds klanten binnen en zelfs op vrijdagmiddag half vijf zegt Achmet: "kom maar over een uurtje terug, dan maak ik het nog wel even".