Sarah zit met haar drie dochters op de bank en vertelt: “Ik was de eerste allochtone vrouw in de Pretoriusstraat... Dat was in de winter van 1977, er lag een dik pak sneeuw van wel een halve meter. Zoiets had ik nog nooit gezien. Ik arriveerde op Schiphol, alleen. We moesten 1000 gulden betalen aan de politie; dat kregen we een paar dagen later weer terug. Wij zijn in Marokko getrouwd vlak voor ik wegging. Mijn man was in 1975 vooruit gereisd en had onze woning in de Pretoriusstraat gehuurd. We wonen er nu 27 jaar. Het begin hier vond ik heel moeilijk. Ik sprak Arabisch en Frans, maar geen Nederlands. Aan iedereen die maar luisteren wilde vroeg ik dingen over de taal, er waren toen nog geen cursussen. Veel leerde ik als ik alleen naar een arts of specialist ging, ik wilde alles weten. En koffie drinken, veel koffie drinken met de buren, bij hen en bij mij. Ook was het toen nog moeilijk om Marokkaans voedsel te vinden. De Albert Cuypmarkt was de eerste plek waar ik dat vond. Toen ik hier kwam wonen, waren er nog veel kleine winkeltjes: de melkboer op nummer 82 (die is al heel lang weg), de slager op nummer 10 (die zit er nog steeds, maar nu runt zijn zoon de winkel), de schoenmaker op nummer 95 en de drogist op nummer 17. Nu zijn er veel halal-winkels. De kinderen hebben altijd zonder problemen in de buurt met elkaar gespeeld. We hebben het goed hier, ook al zijn we allochtoon. In Marokko zijn onze kinderen ook allochtoon, ze zijn immers hier geboren. Dat is iets waarmee ze moeten leven, er zit niets anders op. Zo is hun start en zo gaat hun leven verder.
De eerste allochtone vrouw in de straat
We hebben het goed hier, ook al zijn we allochtoon, en in Marokko zijn onze kinderen weer allochtoon.
8163 keer bekeken