Bert Herman komt uit een echte schoenmakersfamilie, al vanaf 1745 zijn zijn voorouders bekend als schoenmakers. Zijn vader was de eerste die uit Brabant vertrok en in Amsterdam het vak ging uitoefenen. Vanaf 1946 zit de winkel in de Tilanusstraat en het is altijd een winkel geweest waar vakmanschap in ere wordt gehouden. Niet alleen schoenen repareren, maar ook bijvoorbeeld schoentjes en accessoires maken voor het Folkloristisch Danstheater, breukbanden en korsetten repareren en etuis of geldbuideltjes in elkaar knutselen; de schoenmaker vindt het fijn om zijn vak uit te oefenen. Hij snijdt zelf de zolen uit geprepareerd leer, de zogenoemde 'crapon'. Vroeger klopte hij het leer nog zelf uit op blauwe steen. Zijn leer betrekt hij al veertig jaar van een leverancier uit Groningen, nadat deze man onderdelen voor bergschoenen sneller bleek te leveren dan de leverancier in Amsterdam. "Dat was een goede tip van mijn collega Rijkenborg uit de Pretoriusstraat."
De leerafsnijmachine is nog steeds dezelfde die zijn vader kort na de oorlog via de Marshall hulp kon kopen. Maar behalve voor goed vakwerk komen er veel mensen voor een praatje. "Ik ben altijd een praatpost geweest, ik laat de mensen praten - ook als ze niets ter reparatie brengen- maar geef geen advies, privézaken moeten ze zelf oplossen." Zelfs de honden van de klanten weten de schoenmaker te vinden, want ze weten dat ze altijd wat krijgen. Op dagen dat de winkel dicht is, houden ze halt voor de deur, vertellen de baasjes later.
En natuurlijk de lidcactus, die al 35 jaar uitbundig staat te bloeien in de etalage, trekt mensen. Tientallen stekjes zijn in de loop der jaren weggegeven. Omgekeerd zijn er ook heel wat klanten die wat komen brengen naar de schoenmaker, bloemen, flesjes wijn, kerstbrood enzovoort. En men vraagt geregeld of er een foto gemaakt mag worden, nog niet zo lang geleden heeft een klant zelfs een film gemaakt over de winkel. Die wordt nu afgedraaid in de wachtkamer van de huisartsenpost.
Voor nog een verhaal over Bert Herman ga naar: