Op zaterdag was het bij ons een heel gebeuren als ik en mijn drie ouderen zussen Rie, Nettie en Gien en jonger broertje Joop in de wastobbe gingen voor de wekelijkse grote wasbeurt. Gelukkig zat ik nog in het schone sop. Toen we ouder waren konden wij als er genoeg centjes waren naar het badhuis op het Javaplein.
We konden in die tijd heerlijk buitenspelen: bomenverwisseltje, knikkeren, hoepelen, tollen, steltlopen, touwtjespringen, slagbal met een pinkelhoutje en een putdeksel als thuishonk. Ik heb goede herinneringen aan Luilak. Het was wel spannend: voor vijf / zes uur ‘s morgens wakker worden en dan deurknoppen aan elkaar binden enzo. Bakker van Amstel had dan altijd vanaf zeven uur verse Berlinerbollen. De wafelboer die op zondag kwam, verkocht ook Berlinerbollen en riep om zijn waar aan te prijzen: Berlinerbol, berlinerbol, bij de koffie bij de thee, neem een berlinerbolletje mee, bolletje bol berlinerbol.
Op nummer 9 3-hoog woonde de familie Munnik. Die hadden twee dochters Lies en Coby. Familie De Jel woonde op nummer 3 in een portiek. Stientje zat bij mij in de klas. En dan de familie Merks op nummer 7 met Niels. later de bloemenman. Aan de oneven kant woonden verder Kootje Suikerbuik en op nummer 17 Annie Schoorl. Haar familie kwam van het platteland en ze hadden een geit in de tuin.
Aan de overkant, de even kant, woonde de familie Klein met dochter Lies. Dan Frans Hamersma. Dat vond ik een enig joch. Zijn moeder riep altijd heel hard uit het raam "Fransje" maar hij was nooit te vinden. Twee portieken verder naar de Bataviastraat, woonde in het portiek naast de bakker (dat moet op nummer 2 zijn geweest) de familie Bijl waarvan Mientje bij mijn in de klas zat. Om de hoek in de Tidorestraat woonden Wimpie Boom en Jennie Munnik. Cor en Leo van de Wiel woonden in de Semarangstraat. Cockie Proosdij was een zoon van de melkboer uit de Bataviastraat waar ook Ada Mevius woonde. Lijdia Beekman woonde in de Mataramstraat. Allen zaten bij mij in de klas. Ik zat op de Sumatraschool en heb die - met onderbrekingen tijdens de bezetting in de oorlog - met goed gevolg doorlopen (zoals dat vroeger werd gezegd).
Mijn vader maakte zo goed en kwaad als het ging de schoentjes van de buurtkinderen. Zeker in de oorlogstijd. Van hem kreeg ik nog wel eens een cent en dan ging ik bij Beertje het snoepwinkeltje op het Sumatraplantsoen een zuur- of toverbal kopen.