Ruben is heel blij met zijn woning op twee hoog, het Oosterpark beschouwt hij als zijn achtertuin.
Maar voor hij in Oost kwam wonen, had hij al connecties in de buurt, want hij was als architect betrokken bij de verbouw van het Rechthuis aan de Middenweg.
"Het was echt een heel bijzondere verbouwing, want de eerst bekende bouwtekeningen van het pand zijn al uit de tijd dat Napoleon Amsterdam introk. We hebben dus heel veel met archiefstukken en materiaal uit de Beeldbank gewerkt. De opdracht was om het pand te verbouwen tot iets wat in de stad past en toch met behoud van het bestaande. Als uitzondering wilde de gemeente dat er een hotel kwam. Voorheen was er een restaurant op de benedenverdieping van het pand en de bovenverdieping werd verhuurd voor feestjes en partijen. Alles zag er netjes uit, maar ooit zijn er grote kozijnen dichtgemaakt, dat moest hersteld worden en de klokkentoren moest tot een hotelkamer gemaakt worden. De klokkentoren is verwerkt in het houten dak, een soort dakkapel. Er kwamen natuurlijk heel veel vergunningen aan te pas, iedere functie heeft zijn eigen regels. Het was echt een heel speciale opdracht, ik heb een keer eerder iets dergelijks gedaan, in Purmerend. Zelf ben ik omstreeks 2021 begonnen als architect, daarvoor had ik bouwkunde gestudeerd. Via het werken bij een aannemer- waar ik bouwklusjes moest doen - ben ik op het idee gekomen om architect te worden. Het is geen vrij beroep, je moet er wel een titel voor halen.
Het grappige is dat ik ook verre familiebanden in de buurt heb. Mijn overgrootmoeder - van moederskant- woonde in de Smitsstraat en eerder in de 3e Oosterparkstraat. Haar man had een winkeltje, maar zij is al vrij vroeg weduwe geworden. Ze leefde heel zuinig. Ik heb haar leren kennen toen zij al in een verzorgingshuis woonde en zij is gestorven toen ik 9 jaar was. Ze heette Wolfenbuttel".
Lees ook:Amsterdam en Rotterdam uitwisseling Tante Emmy en ome Chiel en tante Dolly en ome Koert woonden vlak bij het Krugerplein