Dat het beroep van fruitventer een seizoensafhankelijk bedrijf is, blijkt wel in de winterperiode. Eind 1939 heeft Jacob namelijk een grote partij eerste kwaliteit fruit in zijn loods of opslag liggen (in de Kraaipanstraat). Hij heeft kisten met peren, sinaasappelen enzovoort. Hij geeft aan, bij Het Bureau, dat hij met de koude niet uit durft te gaan. Hij is bang dat zijn handel zal bevriezen. Strenge vorst in januari 1940, bron: De Sumatra Post van 3 januari 1940 Hoe koud het was in Nederland, bron: Het Noorden in woord en beeld, jrg 15, 1939-1940, no. 47, 02-02-1940
Begin 1940 is er opnieuw onduidelijkheid over de verdiensten met het venten van de Courant Nieuws van de Dag. De loonbewijzen geven duidelijk een hoger bedrag aan dan het bedrag dat Jacob beweert te verdienen. Hij heeft daar wel een goede verklaring voor. Hij moet namelijk om 9 uur weg om te gaan stempelen. Hij geeft dan ongeveer 50 nummers van de krant, zonder medeweten van de directie, aan een collega. Hij mist daardoor de verdiensten van deze 50 nummers. Het voorstel is om hem dan op maandag vrij te stellen van stempelen waardoor een betere controle mogelijk is.
In februari 1940 verzoekt Jacob om een tegemoetkoming in de verhuiskosten. Hij zou gaan verhuizen naar een goedkopere woning. Deze woning zou een huur hebben van f. 3,50 (vorige woning was bijna het dubbele, namelijk 28 gulden per maand). Er wordt hem een bedrag van f. 2,50 voor verhuiskosten verstrekt. Het gezin De Rooy verhuisde inderdaad naar de Retiefstraat 112 III, een woning van Het Bouwfonds Handwerkers Vriendenkring. Plateeltableau van het Bouwfonds Handwerkers Vriendenkring, bron: Frits Slicht
EXTRA
Tot kort voor deze datum woonde op dit adres Emanuël Verduin die naar de Retiefstraat 84 huis is verhuisd met vrouw Heintje Emmerik. Archiefkaart van Emanuël Verduin, bron: indexen SAA Familiebericht m.b.t. het overlijden van dochter Anna Verduin, bron: het NIW van 10 mei 1918
Emanuël Verduin is de zoon van Meijer Verduin, horlogemaker. Hun enige kind en zoon, na het overlijden van dochter Anna in 1918, is Meijer en woont op dat moment nog thuis. Hij is ongehuwd en net als zijn vader kleermaker. Op 20 augustus 1942 wordt hij, Meijer, volgens zijn eigen archiefkaart ingeschreven in Ermelo / Elspeet, Middenweg 14. Het is een adres midden in het open land. Ik heb daarvoor geen verklaring kunnen vinden. Wat wel weer opmerkelijk is, is dat hij niet wordt ingeschreven op adres Retiefstraat 84 huis, uitgaande van de woningkaarten. Volgens andere bronnen (archiefkaart / Arolsen Archives / Joodsmonument) woonde hij ‘gewoon thuis’. Op het adres Middenweg 14 te Amsterdam woonde hij trouwens ook niet. Zij zijn samen in Sobibor vermoord, op 14 mei 1943.
NAAR: VERHAAL 1
OF NAAR: VERHAAL 8