Retiefstraat 112 III, het gezin van Jacob de Rooij (2)

Over het huwelijk van Jacob met Cato van den Berg en haar ouders

Verteller: Frits Slicht Frits Slicht
Auteur: Frits Slicht Frits Slicht
Spitskopstraat
Archiefkaart van Jacob de Rooij, bron: indexen SAA

Archiefkaart van Jacob de Rooij, bron: indexen SAA

Jacob de Rooij wordt geboren op 6 november 1900. In het jaar 19119 wordt hij nog gekeurd voor de militie. Maar omdat hij nog wat oudere broers had, werd hij vanwege de broederdienst vrijgesteld. De enige informatie die het militieregister verder nog geeft, is dat hij werkzaam was als ‘cartonnagewerker’.  

Op 5 augustus 1925 trouwt hij met Cato van den Berg (geboren op 27 april 1902). Hij woont dan in de Retiefstraat, bij zijn ouders, op nummer 16 I. Zij woonden daar vanaf 1 december 1922 na eerder op nummer 98 III te hebben gewoond.

Huwelijksakte van Jacob de Rooij en Cato van den Berg op 5 augustus 1925, bron: WieWasWie

Huwelijksakte van Jacob de Rooij en Cato van den Berg op 5 augustus 1925, bron: WieWasWie

Maar na het huwelijk gaan ze zelfstandig wonen, hun eerste adres samen was Derde Oosterparkstraat 205 I. In februari 1926 verhuizen ze naar de Gerard Doustraat 228 huis. Dat was volgens de woningkaart een winkel in huishoudelijke artikelen. Ik heb daarover niets kunnen vinden, wel dat er voor hem op dit adres een winkel zat in ‘de inkoop van uw meubelen en inboedels’. In theorie zou het kunnen, maar tegelijkertijd had hij al een ventvergunning die gedateerd was op 24 december 1924. Jacob was ‘venter in fruit’, dat blijkt uit zijn vent- of marktvergunning. Op zijn marktvergunning staat dat hij een plek had op de Lindengracht (van dinsdag tot en met zaterdag). Overigens gaat het hier om een vergunning uit 1924-26. Cato zou gewerkt hebben als ‘sigarenpakster’.

Marktkaart J(acob) de Rooij, bron: indexen SAA

Marktkaart J(acob) de Rooij, bron: indexen SAA

Jacob is (later) lompenhandelaar en gaat zoals dat in de termen van Het Bureau ‘geregeld met handel’. Hij gaat dan misschien wel geregeld met handel, maar op 5 maart 1929 moet hij toch een beroep doen op Het Bureau voor Maatschappelijke Steun. Hij vraagt om handelsgeld. Als Het Bureau onderzoek doet, constateert men dat ‘de man overdag meestal bij zijn ouders is’. Verder schrijft de ambtenaar: ‘Belanghebbende doet voorkomen als zou hij geruime tijd zonder zijn. Bij inzage van mans inkoopregister bleek hij geregeld handel te hebben gedreven. Hedenmiddag, 26 maart, werd hij nog ventende aangetroffen. M.i. zijn geen thermen aanwezig hier hulp te verlenen. Voor lompenventers is thans wel iets te verdienen. Het betreft hier een klein gezin dat zich m.i. wel weet te redden.’

Het kleine gezin waarover hiervoor sprake was, bestaat uit drie personen, op 12 september 1926 is namelijk dochter Carolina geboren. Het gezin woont inmiddels in de Christiaan de Wetstraat 12 III met een huur van f. 6,85 per week. Jacob krijgt geen Handelsgeld.

NAAR: VERHAAL 1

OF NAAR: VERHAAL 3 

Alle rechten voorbehouden

18 keer bekeken

Geen reacties

Voeg je reactie toe