Retiefstraat 110 III – Het gezin van Levie Mauw (8)

Een nieuwe start, in de handel

Verteller: Frits Slicht Frits Slicht
Auteur: Frits Slicht Frits Slicht
Spitskopstraat
Marktkaart (voor) van Levie Mauw tot 1944, bron: indexen SAA

Marktkaart (voor) van Levie Mauw tot 1944, bron: indexen SAA

Na de laatste uitkering in juni 1933 voorziet Levie zich in het eigen onderhoud. Hoe hij dit precies heeft gedaan tot aan de uitreiking van zijn eerste markt- of ventkaart is niet helemaal duidelijk. De marktkaart dateert namelijk van september 1934. De reden voor de overstap is de situatie waarin Levie was terechtgekomen. Door de langdurige werkloosheid raakt hij overspannen. De financiële steun van de familie maakt het mogelijk dat hij zich kon richten op de handel in manufacturen.

Marktkaart (achter) van Levie Mauw tot 1944, bron: indexen SAA

Marktkaart (achter) van Levie Mauw tot 1944, bron: indexen SAA

Er zijn twee, bijna identieke, marktkaarten bewaarde gebleven. Ik heb er daarom maar een afgebeeld, voor én achter. In het dossier wordt aangegeven dat hij hoofdzakelijk in de buitenwijken van Amsterdam vent. Zo worden de Watergraafsmeer en Oostzaan (boven ’t IJ) genoemd. 

Voor alle duidelijkheid: Vanaf 1922 moesten alle Amsterdamse marktkooplui met een vaste staanplaats op de markt en alle venters die op een vaste staanplaats langs de openbare weg stonden, een marktvergunning hebben en marktgeld betalen. De koopman (of vrouw) moest de kaart bij zich dragen en een schaduwkaart werd bewaard door de Dienst Marktwezen van de Gemeente Amsterdam.” Bron: Joodsmonument. Bij het stadsarchief zijn de bewaard gebleven vergunningen allemaal ondergebracht onder: Indexen > marktkaarten.

Oproep voor protestvergadering, bron: Nieuwsblad van het Noorden van 18 feb. 1935

Oproep voor protestvergadering, bron: Nieuwsblad van het Noorden van 18 feb. 1935

Bijsteun

Hoewel Levie zelfstandig wil zijn, heeft hij nog wel de gebruikelijk problemen van elke venter in deze tijd. Het was kommer en kwel in de venterswereld van de jaren dertig. Wat dat betreft was het niet de juiste tijd om in te stappen. Levie krijgt op 29 november 1933 fl. 5,50 bijsteun via het A.S.A. (onbekende afkorting). Heel veel help het niet, al vrijs snel klopt hij aan voor Handelsgeld. Levie koopt zijn handelswaar in kleine hoeveelheden bij De Vries en van Buuren. Eigenlijk wel opmerkelijk gezien het eerdere probleem toen hij werd verdacht van handelen en contact hij bij genoemd bedrijf. Naast deze bron van handelswaar koopt hij ook restpartijen op bij marktkooplui. Steun is nodig en hem wordt 15 gulden handelsgeld toegezegd. Hoewel het mei 1934 is wordt er door Het Bureau Maatschappelijke Steun op gewezen dat het gedurende de wintermaanden erg moeilijk is (geweest).

Voorbeeld van de berekening i.v.m. steunaanvraag. Bron: dossier Maatschappelijke Steun Levie Mauw.

Voorbeeld van de berekening i.v.m. steunaanvraag. Bron: dossier Maatschappelijke Steun Levie Mauw.

Ventvergunning

Op 29 augustus 1934 krijgt Levie dan eindelijk zijn ventvergunning: serie 14, nr. 166 zonder een vast ventwijk. Opnieuw wordt hem 15 gulden handelsgeld verstrekt. Inmiddels heeft hij voor een bedrag van 180 gulden materiaal bij De Vries en Van Buuren ingekocht. De verdiensten zijn ongeveer 15 gulden per week.

NAAR: VERHAAL 1

OF NAAR: VERHAAL 9

Alle rechten voorbehouden

10 keer bekeken

Bekijk meer afbeeldingen

Artikel over de noodzaak van steun aan alle venters, bron: Het Volk van 29 juni 1932

Artikel over de noodzaak van steun aan alle venters, bron: Het Volk van 29 juni 1932

Geen reacties

Voeg je reactie toe