In april 1938 is de gezondheidstoestand van het echtpaar Poppegaai zorgwekkend. Magdalena is nog steeds suikerpatiënt, zij krijgt daar nog steeds Verstekende Middelen voor. Maar nu is ook Jacob invalide en zonder vast inkomen. De aanvraag voor Onderstand is dan ook niet zo vreemd. Al moet gezegd worden dat hun inwonende dochter Alida nog een inkomen heeft. Zij werkt bij de Firma Sprenger aan de Nieuwe Prinsengracht en heeft wisselende inkomsten. De aanvraag wordt voorlopig afgewezen. Het voorstel is om later een nieuwe aanvraag in te dienen en wel in juli van dat jaar. Er wordt nadrukkelijk vermeld dat gekeken moet worden naar de hoogte van de invaliditeitsuitkering/rente. Verder is het noodzakelijk dat er een advies, een attest, moet komen van de G.G. en G. D. of het Gem. Arbeidsbureau.
Op basis van genoemd attest werd inderdaad een invaliditeitsrente verstrekt en wel van 4,16 per week. Maar omdat dochter Alida over de voorgaande zes weken gemiddeld 20,97 gulden heeft verdiend wordt de aanvraag voor Onderstand afgewezen. Vanwege haar salaris is het gezinsinkomen ‘boven het tarief’ gekomen.
Een derde aanvraag dateert van nog eens vijf maanden later en wel op 3 december 1938. Het inkomen van Alida is gedaald naar gemiddeld 12,46 gulden per week. De verwachting is dat haar werkzaamheden nog 8 tot 14 dagen zullen voortduren. Daarna zal ze in verband met het einde van het seizoen zonder werk komen. Op basis van deze gegevens wordt een gift verstrekt van 8,25 gulden.
Januari 1939 en daarna
De verwachting dat Alida zonder werk zou komen blijkt niet uit te komen. Ze is nog niet ontslagen, maar haar werkzaamheden zijn op ongeregelde basis. Hoe hoog haar inkomen zal zijn is niet duidelijk, maar zullen niet ruim zijn. In april is er nog geen duidelijkheid over het inkomen van Alida. Wel is er aandacht voor de 60ste verjaardag van Jacob op 28 april. Er komt zelfs een gelukwens in de krant. Maar nog geen twee weken later overlijdt Jacob. Met zijn overlijden vervalt ook de invaliditeitsuitkering en is het gezin volledig afhankelijk van het inkomen van de stiefdochter Alida.
Een weduwe en een aanzoek
De weduwe Poppegaai – Gokkes vraagt daarom per 9 juni 1939 Onderstand aan. Bij bezoek aan huis van de ambtenaar deelde zij mee dat haar stiefdochter op 15 juni de woning plotseling heeft verlaten. De reden voor haar vertrek is duidelijk, de stiefmoeder heeft op die dag namelijk een aanzoek gekregen van een kennis, een zekere David Furth. Deze David is weduwnaar en woont in de Lepelstraat 86. Toen Alida van deze aanzoek hoorde ‘verliet zij de woning op staande voet’. Zij is inmiddels inwonend bij haar zuster op de Beukenweg. Alida zal dit verhaal later bevestigen.
NAAR: VERHAAL 1
OF NAAR: VERHAAL 6