Retiefstraat 110 II – Het gezin van Jacob Poppegaai (6)

Magdalena woont na het vertrek van haar stiefdochter Alida alleen in de Retiefstraat. Zij zal later bevestigen dat zij verontwaardigd was over het aanbod van David Furth zo kort na het overlijden van haar man. Maar ze vertelt de ambtenaar dat ze overweegt om het aanbod aan te nemen. Waarom zij al op 9 juni 1939 steun of Onderstand aanvroeg kan zij niet verklaren. Er was toen nog sprake van een aanzoek en het vertrek van de stiefdochter. De conclusie van de controlerend ambtenaar is dat een en ander de indruk wekt dat hier sprake is van doorgestoken kaart. Hij is van menig dat er daarom van een uitkering geen sprake kan zijn. Drie weken later vraagt Magdalena opnieuw steun aan. Zij beweert geen middelen van bestaan te hebben en dat zij de huur al drie ken niet heeft betaald. De ambtenaar die haar kort daarop bezoekt zag echter een vrolijke vrouw die aan het werk was, het huishouden, en absoluut niet de indruk wekte in moeilijkheden te verkeren. 

De Klik

Boven op het voornoemde verslag van de ambtenaar komt er nog een ‘klik’, een klikbrief binnen. De inhoud van deze klik is niet bekend, maar Magdalena verklaart toch echt geen enkel middel van bestaan te hebben. Wel, zo vertelt zij de ambtenaar, heeft ze brandstoffen ‘opgedaan’. Het Bureau Maatschappelijke Steun gaat navraag doen bij de heer Hartogh van de Handwerkers Vriendenkring (het Bouwfonds, de woningbouwvereniging). Desgevraagd geeft deze aan dat een nicht van de vrouw garant staat voor de huur. Het is onbekend om wie het gaat.

Volgens de klikbrief was er al kort na het overlijden van Jacob onenigheid in het gezin in verband met de relatie die Magdalena zou hebben met de genoemde David Furth. Wat verder nog opvallend wordt genoemd is de plotselinge verhuizing van deze Furth naar de Reitzstraat, dus wel heel dicht in de buurt van de vrouw. Het moge duidelijk zijn dat men de verhalen van Magdalena niet geloofd of vertrouwt. De motivering hiervoor is overigens wel vreemd. De overleden man van Magdalena had toch een goed inkomen en heeft 18 jaar geregeld gewerkt en ook de (stief) dochter had een inkomen tussen 10 en 20 gulden. Op basis van dit alles wordt deze aanvraag afgewezen. Ook de daaropvolgende aanvragen voor steun worden afgewezen.

In januari 1940 wordt aangegeven dat men binnen afzienbare tijd een tweede huwelijk verwacht. Opvallend genoeg krijgt ze nu wel een uitkering van 9,50 gulden. Op 12 maart 1940 gaat ze in ondertrouw met David Furth en op 27 maart volgt het huwelijk.

NAAR: VERHAAL 1

OF NAAR: VERHAAL 7