De situatie van Betje verandert niet of nauwelijks. Hoewel er geen loonverklaring is, krijgt ze eind augustus 1934 via haar werk bij Salomon een loon van 4 gulden. Steun blijft echter gewenst, maar kan nu wel verlaagd worden en wel tot 5,25 gulden. De termijn van steun is overigens telkens drie weken. Ging haar uitkering eerst omlaag, als haar werk in oktober wegvalt, wordt haar uitkering verhoogd met een ‘supplement’ van 2,50 gulden tot 7,75. Het wegvallen had te maken met haar eerder genoemd ziektebeeld. Het dossier is voor betreft de diverse dateringen nogal slordig. Het hierbij afgedrukte bericht van de Gemeente-arts van 8 oktober 1934 dateert van een iets latere datum, maar verwijst naar een eerder attest. De stempel rechtsboven het formulier verwijst naar het bijkantoor van Maatschappelijke Steun.
Kortom, Betje kan en mag voorlopig geen staand of lopend werk doen. Zittend werk en het werken als werkster gaat niet goed samen. Dit wordt bij Maatschappelijke Steun ingezien en haar steunbedrag wordt verhoogd naar 9, 25 gulden. Dit bedrag was eigen 25 cent hoger, maar omdat zij ‘kerkelijk’ wordt ondersteund van het Ned. Isr. Gemeente met 25 cent werd het steunbedrag daarop ‘aangepast’. In mei 1935 is er weinig verandert, het feit dat reumatisch chronisch is, is nog een beetje onbekend bij M.S. Vandaar ook dat er nog regelmatig een controle is door M.S. De controlerende ambtenaar kreeg een keurig ruitjesschrift mee om zijn bevindingen in op te schrijven. Hem is niets bijzonders opgevallen.
Aanvraag verpleegkosten
Begin oktober 1936 doet Betje het verzoek om een soort van tegemoetkoming in de ‘Gezinsverpleging’. In het dossier wordt uitgebreid over een kwestie geschreven, waarvan mijn aanvankelijk niet duidelijk waar het omging en om wie. De enige informatie die in het dossier stond beperkte zich tot de achternaam Piller en twee jonge meisjes waarvan de namen onduidelijk geschreven waren. Gelukkig hebben we de website van Max van Dam. Daar vond ik dat een zuster van Betje getrouwd was met een zeker Henri Piller uit Den Haag. Vandaar ook dat er in Amsterdam weinig tot niets te vinden was over dit gezin van Henri Piller. Fijtje en Henri zijn nog wel terug te vinden in de zogenaamde Overgenomen Delen. Henri, zoon van Joseph Piller, is nog wel in Amsterdam geboren. Hij groeide op in de omgeving van de Valkenburgerstraat. In 1916 zijn zij in Amsterdam getrouwd. Wanneer zij exact naar Den Haag zijn verhuisd is mij niet helemaal duidelijk (zie afbeelding van Gemeentearchief Den Haag bij verhaal 5, 1927?).
NAAR: VERHAAL 1
OF NAAR: VERHAAL 5