Retiefstraat 110 huis – Betje Lootsteen (5)

Een zorgplicht voor Betje?

Verteller: Frits Slicht Frits Slicht
Auteur: Frits Slicht Frits Slicht
Spitskopstraat
Prinsengracht 434, hoek Leidsegracht; inrichting voor stadsbestedelingen, juni 1932. Bron: Archief van de Gemeentelijke Dienst Volkshuisvesting en rechtsvoorganger: glasnegatieven (SAA).

Prinsengracht 434, hoek Leidsegracht; inrichting voor stadsbestedelingen, juni 1932. Bron: Archief van de Gemeentelijke Dienst Volkshuisvesting en rechtsvoorganger: glasnegatieven (SAA).

Oktober 1936

Wat hierna volgt is een toch wel ingewikkeld verhaal over de twee zusjes Piller. Na enig speurwerk kwam ik erachter dat het de volle nichtjes zijn van Betje: Henriëtte en Ktty, respectievelijk 15 en 14 jaar oud. Hun vader, Henri Piller, is in Brugge, België. De moeder van de meisjes is overleden 28 mei 1933 in Scheveningen.

Overzicht (dl.1) uit het Haags Gemeentearchief (personen) van het gezin van Henri Piller.

Overzicht (dl.1) uit het Haags Gemeentearchief (personen) van het gezin van Henri Piller.

Overzicht (dl.2) uit het Haags Gemeentearchief (personen) van het gezin van Henri Piller.

Overzicht (dl.2) uit het Haags Gemeentearchief (personen) van het gezin van Henri Piller.

De kinderen zouden enige tijd in Brussel hebben gewoond, maar niet bij de vader. Na verloop van tijd heeft Henri zijn dochters weer bij zich genomen, maar na zijn arrestatie moesten de meisjes elders worden ondergebracht. Waarom hij werd gearresteerd is onbekend. Er is bij het Felix Archief in België wel een dossier van hem, maat dat is niet openbaar. Henriëtte en Kitty worden ondergebracht bij een onbekende kamerverhuurster. Deze dame neemt contact op met een tante in Amsterdam. Deze tante heeft de beide meisjes opgehaald en bij zich genomen. Die tante moet haast wel Betje zijn, aangezien dit verhaal in haar dossier staat.
Familiebericht n.a.v. het overlijden van Fijtje / Fietje Piller Lootsteen, bron: Het Volk, 31 mei 1933.

Familiebericht n.a.v. het overlijden van Fijtje / Fietje Piller Lootsteen, bron: Het Volk, 31 mei 1933.

Inmiddels bemoeit ook de kinderpolitie zich met de kwestie. Zij vragen voor Betje verpleegkosten aan, ondersteunen dit verzoek. Teven wordt overwogen om de meisjes onder te brengen bij het Stadsbestedelingen Gesticht (officieel het Weeshuis voor Stadsbestedelingen op de Prinsengracht). De directeur van deze instelling denkt dat het mogelijk is om hen onder te brengen in hun weeshuis.

Maar er is nog een instelling die zich met deze kwestie gaat bemoeien, ‘De Vereniging tot Bescherming van Joodsche Meisjes’. Zij vinden een plaatsing in het Ned. isr. Meisjesweeshuis mogelijk en meer voor de hand liggen. Maar in deze is Het Bureau voor Maatschappelijke Steun afwijzend en komt het Stadsbestedelingen huis weer naar voren als mogelijkheid. Tegelijkertijd vindt men ‘enige vergoeding’ voor de lopende procedure passend. Aanvankelijk voor maar een week, maar vanwege de Joodse feestdagen duurde het allemaal wat langer. De Vereniging tot Bescherming van Joodsche Meisjes bestrijdt de plaatsing bij de Stadsbestedelingen. Maar deze laatste instelling start dan toch de procedure voor een opname. Uiteindelijk blijken de twee meisjes bij een ander familielid te zijn opgenomen.

Betje krijgt uiteindelijk twee maal een bedrag van 3,50 gulden voor verpleegkosten!

Tot slot

Het is mij verder een raadsel waar de twee meisjes zijn gebleven. Bij het Stadsarchief worden zij nergens vermeld, het Joods Monument vermeldt ze niet en ook bij de Arolsen Archives zijn zij niet bekend. Henri Piller, de vader, blijkt te zijn overleden in het jaar 1955 te Haarlem.

Overlijdensakte van Henri Piller, 28 oktober 1955. Bron: Noord-Hollands archief

Overlijdensakte van Henri Piller, 28 oktober 1955. Bron: Noord-Hollands archief

NAAR: VERHAAL 1

OF NAAR: VERHAAL 6

Alle rechten voorbehouden

29 keer bekeken

Geen reacties

Voeg je reactie toe