Retiefstraat 114 III – Het gezin van Mozes Wegloop (5)

In januari 1932 wordt het gezin verrijkt met een vijfde kind: Salomon wordt geboren op 18 januari. Opnieuw is er sprake van ‘ongeregeld werk’. Dat de inkomsten niet meevallen, blijkt uit het feit dat er opnieuw schoenen verstrekt worden. Mozes krijgt heren rijgbottines (op bon, via de Centrale Dienst). Daarnaast wordt er onderkleding verstrekt (hemden en onderbroeken via: Werkverschaffing aan Vrouwen).

In 1935 wordt er een nieuw dossier opgemaakt. Mozes valt nu onder Het Gemeentelijk Bureau voor Maatschappelijke Steun. Opvallend is wel dat de eerste vijftien vragen zijn ‘afgeknipt’. Dat is jammer, in het eerste deel wordt altijd een overzicht gegeven van de toestand van het gezin, de werkgeschiedenis, de familie etc. Mozes is lange periodes aan het werk geweest, zoveel is wel duidelijk. Hij werkte altijd bij de firma Lambert Janssen en Neumann. (Zie: Joodsmonument)

De firma heeft twee fabrieken: één aan de Valkenburgerstraat en één aan de Nieuwe Uilenburgerstraat (bron: Joodsmonument). Blijkbaar is de vestiging in de Zwanenburgerstraat opgeheven. Het hoofdkantoor is gevestigd aan de Herengracht 127. Tot aan het eind (van dit dossier in ieder geval) werkt Mozes bij Lambert Jansen & Neumann. Soms voor een langere aaneengesloten periode, soms is hij vanwege slapte aangewezen op een uitkering. In bijna elke periode van uitkering zijn er momenten van ‘incidentele verdiensten’. Hoe Het Bureau dit heeft verrekend, is niet duidelijk. 

In 1937 gaat de oudste dochter van Mozes aan het werk. Duifje, 14 jaar oud, gaat aan het werk bij A. Cohen in de Lutmastraat 191. Waarschijnlijk gaat het om een leerwerkplek. Haar verdiensten zijn één gulden per week. De uitkering die Mozes op dat moment heeft wordt daarom met vijftig cent verminderd.

In juni 1937 wordt de tienjarige zoon Nathan opgenomen in het Nieuw Israëlitisch Ziekenhuis. Wat er aan de hand is, wordt niet duidelijk gemaakt. Wat wel duidelijk is, is dat Mozes een bijdrage van vijftig cent per dag moet betalen. Gevolg is wel dat zijn uitkering weer met vijftig cent wordt verhoogd. In hetzelfde jaar werkt hij een lange periode achter elkaar. Tussen 8 februari en 12 juni werkte hij 18 weken met een totale verdienste van f. 795,32. Daarnaast werd er ook nog eens twintig gulden vakantie geld uitbetaald. Zijn gemiddelde loon werd gesteld op f. 44,20 per week. Daarna is Mozes ook weer een periode (vanaf augustus) werkloos om vervolgens weer voor een langere periode aan het werk te gaan.

Vanaf 6 december 1938 krijgt hij opnieuw een uitkering. In beide gevallen ging het overigens om een bedrag van f. 17, - per week. Na deze laatste uitkering gaat hij weer voor een lange periode aan het werk. Het dossier van Het Bureau loopt tot 16 februari 1939, daarna geen informatie meer.

NAAR: VERHAAL 1

OF NAAR: VERHAAL 6